H1 assistent verkopen & introductie (samenvatting)

H1 Verkoop retail
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1 Verkoop retail

Slide 1 - Tekstslide

Wat houdt verkoop/retail (detailhandel) in?

Slide 2 - Woordweb

De detailhandel
Detailhandel koopt de goederen bij de producent of de groothandel.  
De detailhandel bestaat uit winkels in de straat en online shops en verkopen aan de consument

Slide 3 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een detailhandel

Slide 4 - Open vraag

Groothandel

Verkoopt goederen in grote hoeveelheden aan andere winkels uit de detailhandel en restaurants.
Voorbeelden zijn de Sligro, Hanos en Makro
Detailhandel

Verkoopt kleine hoeveelheden goederen rechtsreeks aan klanten / consumenten.
Dit is de winkel in de stad, webshops

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komen de goederen bij de klant terecht ?

Slide 6 - Tekstslide

Goederen

Zijn producten die je kan aanraken.
  • Koffer
  • Shampoo
  • Telefoon
  • Fatbike
  • Sneakers
Diensten

Zijn zaken die gedaan worden
  • Vakantie
  • Knipbeurt bij de kapper
  • Telefoonabonnement 
  • Repareren van je fiets
  • Ramen lappen

Slide 7 - Tekstslide

Goed
Dienst
Boek
Uit eten gaan
Schoonmaken
Schoonmaakmiddel
Lesgeven
Hamer

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een branche?
Een groep winkels die ongeveer hetzelfde verkopen. 
Hierin maken wij onderscheid in 2 groepen:

  • Food sector 
  • Non food sector

Slide 9 - Tekstslide

Branches in de detailhandel
Food: AGF (aardappelen-, groente- fruitzaken), brood- en banketzaken, slagerijen , slijterijen of supermarkten.

Non-food: modewinkels  bloemenwinkels, dierenspeciaalzaken, drogisterijen, speelgoedzaken of warenhuizen.

Slide 10 - Tekstslide

Welke branches vallen onder non-food retail?
A
Mode
B
Horeca
C
Landbouw
D
Woonaccessoires

Slide 11 - Quizvraag

Welke branches behoren tot de retailsector?
A
Warenhuizen
B
Transportbedrijven
C
Bouwbedrijven
D
Supermarkten

Slide 12 - Quizvraag

De grote van de winkel
Kleinbedrijf
Minder dan 10 medewerkers. Meestal één vestiging
Middenbedrijf
Tussen de 10 en 50 medewerkers. Vaak meerdere vestigingen
Grootbedrijf
Meer dan 50 medewerkers. Vaak vestigingen door heel Nederland of zelfs vestigingen wereldwijd 

Slide 13 - Tekstslide

Kleinbedrijf
Middenbedrijf
Grootbedrijf
Jumbo
HEMA
Een bakker 
IKEA
Fietsenmaker

Slide 14 - Sleepvraag

Fysieke winkel
"winkels die je kunt bezoeken"
Webwinkel
"winkels waar je online je spullen kunt kopen

Slide 15 - Tekstslide

Waar koop jij vaker iets?
A
Fysieke winkel
B
Online winkel

Slide 16 - Quizvraag

Waar werkt de assistent verkoop retail?
A
Fysieke winkel
B
Webwinkel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Werken bij bakker Bart 

Slide 19 - Tekstslide

Je hebt de vacature gelezen
Welke bijzonderheden staan hier op?

Slide 20 - Woordweb

Opdracht
Ga op internet opzoek naar drie vacatures in de retail in de stad waar jij woont. 
Schrijf op: 
- Bij welk bedrijf is de vacature
- Wat is de functie
- Aan welke eisen / voorwaarden moet ik aan voldoen

Slide 21 - Tekstslide

Persoonlijke presentatie
Wanneer je in een winkel werkt, is het belangrijk dat je een verzorgde uitstraling hebt.
                                 Hierbij letten we op :
  • Lichaam 
  • Kleding
  • Gedrag




Slide 22 - Tekstslide

Lichaam
Douchen 
Gebruik deodorant
Poets je tanden
Kam je haren
Verzorg je handen
Gebruik niet teveel parfum 

Slide 23 - Tekstslide

kleding
Draag gepaste ( werk ) kleding

Slide 24 - Tekstslide

Klantcontact
Do's
  • Zorg voor een openhouding
  • Maak klant contact
  • Stel vragen en toon interesse
Don'ts
  • Telefoon gebruik bij klant
  • Muziek luisteren met oordopjes
  • Drukker zijn met collega's dan met klant


Slide 25 - Tekstslide

Vragen ???

Slide 26 - Tekstslide