Een voedselinfectie ontstaat door het eten van voedsel met een ziekmakende hoeveelheid bacteriën, parasieten of virussen.
Het uit zich meestal met heftige buikkrampen en diarree, soms in combinatie met overgeven.
Veel voedselinfecties ontstaan bij mensen thuis, simpelweg door onvoldoende hygiënische maatregelen. Bijvoorbeeld doordat iemand zijn handen niet wast nadat hij naar het toilet is geweest en vervolgens eten klaarmaakt. Maar ook door kruisbesmetting, als bijvoorbeeld op één snijplank zowel rauw vlees als sla gesneden wordt. Zelfs het gebruik van hetzelfde mes kan een besmetting veroorzaken. Ook het eten van vlees of vis dat aan de binnenkant niet gaar is, of rauwe schelpdieren, vergroot het risico op een voedselinfectie.
Een voedselinfectie is te voorkomen door eten goed te bewaren, op tijd weg te gooien en door hygiënisch te werken in de keuken