Boekje 6, les 2 HACCP Hygiëne in de keuken

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

HACCP 
In deze les leer je het belang van voedselveiligheid.
Je leert wat HACCP is en hoe je dat moet toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over HACCP?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het voornaamste belang van een goede voedselhygiëne?
A
Anders komen er geen gasten meer eten
B
Anders kunnen jouw gasten ziek worden
C
Anders krijgt de zaak een boete
D
Anders smaakt het eten niet lekker

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

HACCP
H= Hazard
A= Analysis
C= Critical
C= Control
P= Points
.....?

Slide 7 - Tekstslide

HACCP
H= Hazard: GEVAAR
A= Analysis: ANALYSEREN
C= Critical: KRITIEKE 
C= Control : CONTROLEREN
P= Points:  PUNTEN
....het analyseren en controleren van kritieke punten

Slide 8 - Tekstslide

Oorsprong van de HACCP

Oorsprong van HACCP
Het HACCP-systeem is door de NASA ontwikkeld. Ze zorgden er met strenge regels voor dat astronauten veilig voedsel meenamen op hun ruimtereizen.

Slide 9 - Tekstslide

Zo ook niet

Slide 10 - Tekstslide

Hygiëne in de keuken

Slide 11 - Tekstslide

timer
2:00
Wat weet je zelf al over hygiëne in de keuken?

Slide 12 - Woordweb

Wat is het verschil tussen:
THT en TGT?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Waarvoor is de afkorting FIFO?
A
Fast in. First out.
B
First in. First out.
C
Fast in. Fast out.
D
First in. Fast out.

Slide 16 - Quizvraag

First in first out
Dat wat er het eerst in komt, gaat er ook weer het eerst uit (FIFO). Het fifo-principe wordt gebruikt als een schappenvulsysteem. 

Wanneer je de koelkast gaat bijvullen zet je de nieuwe producten altijd achter de oude!

Slide 17 - Tekstslide

Waarom gebruiken we verschillende snijplanken?

Slide 18 - Open vraag

Kip & gevogelte
Groente & fruit
Gaar vlees & wild
Vis
Rauw vlees & wild
Brood & kaassoorten

Slide 19 - Tekstslide

Kip snijd je op een ... snijplank.
A
Wit
B
Blauw
C
Rood
D
Geel

Slide 20 - Quizvraag

Besmettingen
- Kruisbesmetting
- Na besmetting
- Voedselinfectie
- Voedselbederf
- Voedselvergiftiging 

Slide 21 - Tekstslide

Voedselvergiftiging

Bacteriën en schimmels kunnen goed leven op groenten, vlees, fruit en ander voedsel. 
Daardoor kan het voedsel bederven.
Bedorven voedsel kun je niet meer eten. Je wordt er ziek van. Je hebt dan een voedselvergiftiging. Dit is een afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen. Deze giftige stoffen worden geproduceerd door bacteriën of schimmels. Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel niet meer goed is, maar niet altijd.

 
Salmonella is een bacterie die veel voorkomt in dieren, vooral in kippen en varkens. Salmonellabacteriën kunnen voorkomen in rauwe dierlijke producten, zoals vlees, vis en eieren, en op rauwe groente en fruit. De bacteriën kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen, vooral bij temperaturen tussen 20 en 30 °C. Het is gevaarlijk voedsel te eten dat met salmonellabacteriën is besmet. Een besmetting kan klachten geven zoals diarree, buikpijn en koorts. De bacteriën tasten de dunne darm aan en veroorzaken daar een ontsteking. De verschijnselen ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en duren twee tot drie dagen.

Slide 22 - Tekstslide

Voedselvergiftiging
Bacteriën en schimmels op bedorven voedsel produceren giftige stoffen.


Deze giftige stoffen zorgen ervoor dat je ziek wordt. 

Je gaat overgeven, je krijgt buikpijn / diarree. Hierdoor verlaten de gifstoffen het lichaam. Het is een afweerreactie van het lichaam.

Slide 23 - Tekstslide

Voedselvergiftiging ≠ voedselinfectie
Voedselvergiftiging: 
Giftige stoffen gemaakt door bacteriën of schimmels 
maken je ziek. Je gaat overgeven en/of je krijgt diarree 
van de giftige stoffen. Hierdoor verlaten de gifstoffen het lichaam.
De salmonella bacterie maakt giftige stoffen.

Voedselinfectie: 
Je word ziek door het eten van voedsel 
waarin veel bacteriën, virussen of parasieten zitten.

Slide 24 - Tekstslide

Voedselhygiëne

Je kunt een voedselinfectie voorkomen door hygiënisch om te gaan met voedsel. Dat betekent dat je op een schone manier omgaat met voedsel en materialen. Bacteriën en schimmels kunnen zich goed voortplanten in de warme en vochtige omgeving van de keuken. Daarom is de hygiëne erg belangrijk.

Slide 25 - Tekstslide

Hygiënische maatregelen


Besmetting 
met bacteriën en schimmels

Slide 26 - Tekstslide

Waardoor bederft eten?
 

Schimmels en bacteriën 

en ......  ==>

Slide 27 - Tekstslide