2.3

Hoofdstuk 1

Zorg ervoor dat je hoofdstuk 1 afrondt en de toets z.s.m. aanvraagt! 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

Zorg ervoor dat je hoofdstuk 1 afrondt en de toets z.s.m. aanvraagt! 

Slide 1 - Tekstslide

21OA1A
ZW 2.1-2.6: 
Mirthe, Elise, Bente, Jarno, Esther
OLC laptop en kladblaadje
10.05 terug

Slide 2 - Tekstslide

2.3
Zelfstandig werken 2.1-2.6:
Laura, Benice, Emiel, Tessa H, Amber, Celina, Destiny, Sanne, Maartje, Celine, Evelien, Benthe, Vanessa, Chantal
OLC: laptop en kladblaadje 14.10 terug
Instructie: Thymo, Demi, Tessa B, Marah, Jade, Renske Laila, Elmayra
21PWM/21PWVB

Zelfstandig werken 2.1-2.6:
Laura, Benice, Emiel, Tessa H, Amber, Celina, Destiny, Sanne, Maartje, Celine, Evelien, Benthe, Vanessa, Chantal
OLC: laptop en kladblaadje 12.50 terug

Instructie: Thymo, Demi, Tessa B, Marah, Jade, Renske, Laila, Elmayra

Slide 3 - Tekstslide

2.3
* Je leert vermenigvuldigen met hele getallen

Slide 4 - Tekstslide

Vermenigvuldigen


Vermenigvuldigen is herhaald optellen.
Als je getallen met elkaar vermenigvuldigt, noem je het antwoord het product van de getallen. Bij een vermenigvuldiging mag je de volgorde van de getallen verwisselen.
Je kunt op verschillende manieren vermenigvuldigen:
uit het hoofd, kolomsgewijs of traditioneel.



Slide 5 - Tekstslide

Splitsen

4x26=   4x20 + 4x6=  80+24=104


5x16=
6x47=
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kolomsgewijs vermenigvuldigen

45
39x

Slide 8 - Tekstslide

Kolomsgewijs vermenigvuldigen

      45
      39x
      ----
   1200 (30x40)
     150 (30x5)
    360 (9x40)
      45 (9x5)
  ------- +
   1755

Slide 9 - Tekstslide

Traditioneel vermenigvuldigen? 

      45
      39x
      ----
   

Slide 10 - Tekstslide

Traditioneel vermenigvuldigen? 

      45                     9x5=45         
      39x                   5 opschrijven, 4 onthouden,
      ----                    9x4=36, 4 erbij is 40
                               40 opschrijven
   

Slide 11 - Tekstslide

Vermenigvuldigen met 10, 100, 1000

Bij vermenigvuldigingen met 10, 100, 1000 enzovoort komen er één of meer nullen achter het getal. Je telt het aantal nullen voor het juiste aantal nullen in het antwoord.

24 × 10 = 240
24 × 100 = 2400
24 × 1000 = 24 000

Slide 12 - Tekstslide

2.3
* Lees de theorie
* Bekijk de animaties
* Maak alle opdrachten van paragraaf 2.3
* Stel vragen
* Succes!

Slide 13 - Tekstslide