1th Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp

Opstarten!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opstarten!

Slide 1 - Tekstslide

Zo kom ik de lockdown door

Slide 2 - Woordweb

TOETS?!

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

We zullen moeten bukken, rollen, klimmen en klauteren om bij de finish te komen.
A
zullen, moeten, komen
B
bukken, rollen, klimmen en klauteren
C
zullen, moeten, bukken, rollen, klimmen, klauteren, komen
D
zullen, moeten, bukken, rollen, klimmen, klauteren om te komen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

In de pauze is Rob naar de snackbar gegaan.
A
is
B
Rob
C
gegaan

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de zin?

Online kocht ik een nieuw theeservies.
A
online
B
kocht
C
ik

Slide 6 - Quizvraag

Maak een zin met de gegeven volgorde:

lw - zn - ww - op straat.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Carla veegde het gebroken glas op.
A
veegde
B
veegde op
C
veegde gebroken op

Slide 8 - Quizvraag

Volgende week so
Donderdag 21 januari

De toets wordt gegeven via Nieuw Nederlands online, dus zorg dat je dat aan hebt staan voordat de les begint.

Zorg dat je je camera aan hebt. 

Slide 9 - Tekstslide

Volgende week so
Donderdag 21 januari
Taalverzorging Grammatica H1 t/m 3
  • Werkwoorden blz. 28
  • persoonsvorm en zinsdelen blz. 30
  • onderwerp blz. 50
  • zelfstandig naamwoord en lidwoord blz. 56
  • werkwoordelijk gezegde blz. 80

Slide 10 - Tekstslide

Programma
Huiswerk bespreken

Herhalen Lijdend voorwerp

Opdracht maken

Afronden

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Maken Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp opdracht 1 t/m 4
We doen er eentje samen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen vinden de meeste mensen wel leuk.
A
een kleurboek voor volwassenen
B
vinden
C
de meeste mensen
D
wel leuk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen / vinden / de meeste mensen / wel leuk.
A
een kleurboek voor volwassenen
B
vinden
C
de meeste mensen
D
wel leuk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Een kleurboek voor volwassenen / vinden / de meeste mensen / wel leuk.
A
een kleurboek voor volwassenen
B
vinden
C
de meeste mensen
D
wel leuk

Slide 15 - Quizvraag

Herhaling lijdend voorwerp

Slide 16 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp.​

Een lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets of iemand wat overkomt of meemaakt. ​

Emma draagt een hoed.​ 
De hoed doet niks, hij wordt gedragen. ​ ​

 Hans plaagt Frank.​ 
Frank doet niks, hij wordt geplaagd. ​

Slide 17 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp lijdt aan wat er in de zin gebeurt.

Dat is het grote verschil met het onderwerp van een zin. 

Slide 18 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Ontleed de zin tot en met het werkwoordelijk gezegde

Stel vervolgens de vraag: wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp

Slide 19 - Tekstslide

Verder met de opdrachten
Maak van Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp via Nieuw Nederlands online opdracht 5c en 6c.

Klaar? Laat het weten, dan mag je daarna gaan!

Slide 20 - Tekstslide

Afronden
Huiswerk voor maandag:
Maak van Taalverzorging H4 Lijdend voorwerp via Nieuw Nederlands online opdracht 5c en 6c.

Slide 21 - Tekstslide