4.1.1

4.1 Getallen
Vandaag gaan we leren wat de waardes van cijfers zijn en wat decimale getallen zijn.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Getallen
Vandaag gaan we leren wat de waardes van cijfers zijn en wat decimale getallen zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Uitleg
oefenen
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Waarde van cijfers
Hoeveel cijfers zijn er?

Slide 3 - Tekstslide

Waarde van cijfers
De waarde van de cijfers in het getal 356 784:
4: 4
8: 80
7: 700
6: 6000
5: 50 000
3: 300 000

Slide 4 - Tekstslide

Decimale getallen
Vroeger noemden jullie het een komma getal. Vanaf nu heet het een decimaal getal.

De cijfers achter de komma noemen we decimalen.

Neem het getal 3,14159265. Dit getal bestaat uit 8 decimalen.
Wat is dan het 4e decimaal?

Slide 5 - Tekstslide

Decimale getallen
Nu kijken we even naar deze twee getallen:    3,1 en 3,08

Welke is dan groter?

3,1 kan je ook schrijven als: 3,10

Slide 6 - Tekstslide

Dit getal: 598401,7
Wat is de waarde van het cijfers 8?

Slide 7 - Open vraag

Dit getal: 5,4783
Hoe noemen we dit getal?

Slide 8 - Open vraag

Wat is groter: 4,2 of 4,18?

Slide 9 - Open vraag

Wat is groter: -3,4 of -3,378674?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag
We gaan de opdrachten maken van 4.1  A en B
2, 3, 5, 6
9, 12, 13 en 14

Slide 11 - Tekstslide