W13 EN 3B2 les 1

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je 
- de Gerund gebruiken 
en 
 - uitleggen wanneer je Can of Can't moet gebruiken 
in Engelse zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les. Maak het duidelijk wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen.
Gerund
De Gerund is een werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord. Het eindigt op -ing.

I like chocolate.
I like reading.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat de Gerund is en hoe het gebruikt kan worden.
Gebruik en voorbeelden


1. Gerund wordt gebruikt als onderwerp van de zin:
    Singing is fun.
2. WW in zin geeft gevoel aan:
     I love swimming
     Andere gevoels werkwoorden: like, dislike, hate, prefer, enjoy
3. WW in de zin geeft fase in proces aan:
     They stopped seeing each other.
     Andere fase werkwoorden: start, pause, keep, interrupt, end, continue



Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van het gebruik van de Gerund in een Engelse zin.
Kies de juiste vorm

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(break)
_________ your foot is terribly painful.
A
Break
B
Breaking

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(go)
My little brother doesn't mind _______ to the doctor.
A
Go
B
Going

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(worry)
_________ about you health isn't good for you.
A
Worry
B
Worriing
C
Worrying
D
Worrieing

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(work)
George loves _________ your foot is terribly painful.
A
Work
B
working

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(feel)
She stopped _________ sick after she took those pills.
A
feel
B
feeling

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(read)
Sally started _________ books when she was only five years old.
A
read
B
reading

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(be)
My mum enjoys _________ nurse.
A
be
B
beeing
C
being

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(talk)
_________ about themselves is what all patients do.
A
Talk
B
Talkking
C
Talking

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Can en Can't
Can en Can't zijn hulpwerkwoorden die gebruikt worden om 
- de mogelijkheid van een actie uit te drukken.
   I can speak three languages.
- aan te geven of iets wel of niet mag.
   You can't park here.
- een verzoek te doen.
   Can you help me, please?
- een voorstel te doen.
   I can help you if you want.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat Can en Can't zijn en hoe ze gebruikt kunnen worden in Engelse zinnen.
Voorbeeld
I can swim. (Ik kan zwemmen)
I cannot swim/ I can't swim.

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van het gebruik van Can in een Engelse zin.
Oefening
Gebruik de Gerund en Can of Can't in één zin. 
Bijvoorbeeld: I enjoy dancing, but I can't sing.

Slide 16 - Tekstslide

Geef de leerlingen een oefening om het gebruik van de Gerund en Can/Can't te oefenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.