1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië + intro (1050-1302)

Steden en burgers in de Lage Landen 1050 -1700
  • Herhaling KA tijdvak 4 
  • Burgerschap: wat is dat?
  • Historische context 1.1 (Geschiedeniswerkplaats)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Steden en burgers in de Lage Landen 1050 -1700
  • Herhaling KA tijdvak 4 
  • Burgerschap: wat is dat?
  • Historische context 1.1 (Geschiedeniswerkplaats)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk een naam voor dit ruimtelijk figuur

Slide 3 - Open vraag


Tijdvak 4 heet ..
A
Monniken en Ridders
B
Steden en Staten
C
Ontdekkers en Hervormers
D
Kruistochten en Steden

Slide 4 - Quizvraag

De economie in tijdvak 4 veranderde in een...
A
ruil economie
B
geld economie
C
handelseconomie
D
conjunctuur economie

Slide 5 - Quizvraag

Noem de drie standen die in tijdvak 4 onstaan
A
Horigheid - Adel - Geestelijkheid
B
Geestelijkheid - Adel - Burgerij
C
Burgerij - Ambtenarij - Adel
D
Horige boeren - Vrije boeren - Landheer

Slide 6 - Quizvraag

De afbeelding heeft betrekking op een KA van tijdvak 4. Welk KA is dit?
A
Het begin van staatsvorming en centralisatie
B
Het conflict tussen de wereldlijke en geestelijke macht
C
Toenemende zelfstandigheid van steden
D
Expansie van de christelijke wereld

Slide 7 - Quizvraag

Wat geeft de blauwe banaan weer?

Slide 8 - Open vraag

Burgerschap

Slide 9 - Tekstslide

  • Voor de functies en ambten in het oude Athene werd geloot, kleroterion
  • beslissingen werden bij stemming genomen -> hand op steken en ostracisme (schervengericht)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Burgerschap
Burgerschap, ook wel staatsburgerschap genoemd, is de status van een natuurlijk persoon - meestal voortvloeiend uit de nationaliteit van deze - toegekend door de gebruiken of wetten van een staat, waardoor deze persoon - die vanaf dan burger van die staat wordt genoemd - bepaalde rechten (te onderscheiden in drie categorieën: civiele, politieke en sociale rechten ) en plichten verkrijgt.

Slide 12 - Tekstslide

Wie zijn burger in het oude Athene?
  • mannen
  • geboren in Athene
  • > 20 jaar
  • 10-20 % van de inwoners
  • "Vreemdelingen" konden alleen bij hoge uitzondering burgerrecht krijgen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

HC Steden en Burgers
Paragraaf 1


  • Wat voor boeren en burgers veranderde vanaf de elfde eeuw
  • Welke stedelijke dynamiek plaatsvond in Artesië
  • Waarom de Vlaamse steden opkwamen
De opkomst van een stedelijke burgerij in Vlaanderen (1050-1302)

Slide 15 - Tekstslide

Met "burgers" in de middeleeuwen bedoelen we
A
De derde stand
B
boeren en inwoners van steden
C
alle boeren
D
inwoners van de steden

Slide 16 - Quizvraag

1. Door het verdwijnen van handel en steden (onveiligheid!) raakt West-Europa verdeeld in domeinen, waar horige boeren voor een heer (=dominus) werken in ruil voor bescherming.
Deze domeinen zijn grotendeels autarkisch.
2. Om zijn rijk te besturen verdeelt de koning/keizer van het Frankische Rijk zijn gebied in lenen, waar vazallen voor hem werken.
Na verloop van tijd krijgen deze vazallen (edelen/ridders) steeds meer macht ten koste van de koning/keizer.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

1. Door het verdwijnen van handel en steden (onveiligheid!) raakt West-Europa verdeeld in domeinen, waar horige boeren voor een heer (=dominus) werken in ruil voor bescherming.
Deze domeinen zijn grotendeels autarkisch.

2. Om zijn rijk te besturen verdeelt de koning/keizer van het Frankische Rijk zijn gebied in lenen, waar vazallen voor hem werken.
Na verloop van tijd krijgen deze vazallen (edelen/ridders) steeds meer macht ten koste van de koning/keizer.
A
1. Feodale stelsel 2.drieslagstelsel
B
1.drieslagstelsel 2.investituur stelsel
C
1.Hofstelsel 2. Feodale stelsel
D
1. Investituurstelsel 2.Hofstelsel

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waarom vond de heer op het domein het goed dat steden ontstonden, waar een deel van zijn horigen gingen wonen?

Slide 23 - Open vraag

handelaren en ambachtslieden trekken naar elkaar en vormen een stad (in de buurt van een kasteel of kathedraal, op een kruispunt van handelswegen, bij mondingen van rivieren)
1
2
3
4
stedelingen bevechten of kopen stadsrechten (meestal van een landsheer, bijv. de graaf die hiermee inkomsten verkreeg (belasting!)
Steden zorgen ervoor dat er steeds meer kapitaalkrachtige nieuwe poorters/inwoners in de stad komen wonen.
Steden vormen vanwege hun marktfunctie een netwerk met andere steden (bijv. Hanze, maar ook met Italië en Spanje)

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke rechten konden burgers in steden afdwingen door het kopen van stadsrechten bij de heer?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Atrecht startte een nieuwe internationale handel, welke ontwikkelingen in Italië hielpen de internationale handel?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide