Klas 5 HC 1.1 Steden en Burgers

Steden en burgers in de Lage Landen 1050 -1700
  • Herhaling KA tijdvak 3 (supersnel)
  • Burgerschap: wat is dat?
  • Historische context 1.1 (Geschiedeniswerkplaats)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Steden en burgers in de Lage Landen 1050 -1700
  • Herhaling KA tijdvak 3 (supersnel)
  • Burgerschap: wat is dat?
  • Historische context 1.1 (Geschiedeniswerkplaats)

Slide 1 - Tekstslide

Stukkie herhaling....
Welke afbeelding uit tijdvak 3 past bij welk KA bij tijdvak 3....?

Slide 2 - Tekstslide

Welk KA?
A
Ontstaan en verspreiding van de Islam
B
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
C
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
D
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 3 - Quizvraag

Welk KA?
A
Ontstaan en verspreiding van de Islam
B
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
C
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
D
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 4 - Quizvraag

Welk KA?
A
Ontstaan en verspreiding van de Islam
B
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
C
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
D
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 5 - Quizvraag

Welk KA?
A
Ontstaan en verspreiding van de Islam
B
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
C
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
D
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 6 - Quizvraag

Burgerschap

Slide 7 - Tekstslide

  • Voor de functies en ambten in het oude Athene werd geloot,
  • beslissingen werden bij stemming genomen -> hand op steken en ostracisme (schervengericht)

Slide 8 - Tekstslide

Burgerschap

Slide 9 - Woordweb

Burgerschap
Burgerschap, ook wel staatsburgerschap genoemd, is de status van een natuurlijk persoon - meestal voortvloeiend uit de nationaliteit van deze - toegekend door de gebruiken of wetten van een staat, waardoor deze persoon - die vanaf dan burger van die staat wordt genoemd - bepaalde rechten (te onderscheiden in drie categorieën: civiele, politieke en sociale rechten ) en plichten verkrijgt.

Slide 10 - Tekstslide

Wie zijn burger in het oude Athene?
  • mannen
  • geboren in Athene
  • > 20 jaar
  • 10-20 % van de inwoners
  • "Vreemdelingen" konden alleen bij hoge uitzondering burgerrecht krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat vinden jullie? Stemmen of loten?
A
stemmen
B
loten

Slide 13 - Quizvraag

Verwerking van de stof.
Ga nu aan de slag met Historische Context 1.1: Steden  in Vlaanderen en Artesië. Dat kan op verschillende manieren:
  • Je gaat zelfstandig aan de slag en maakt de opgaven van de basiskennis en vaardigen (blz. 22-23 werkboek)
  • Je gaat via de ELO naar het digitale lesmateriaal en maakt die opgaven.
  • Je volgt het filmpje met uitleg in de les en/of bestudeert de stof met de docent en maakt thuis opgaven (digitaal of fysiek, zie hierboven)
  • Je volgt je eigen pad. Wat ga je dan doen? Bespreek het met je docent.


Volgende week vrijdag, 30-4, dient par. 1.1 af te zijn, verwerkt en wel, in de tweede les. Na de vakantie herhalen we en bespreken we het, en doen we er een oefentoets over. Maar volgende week heb je in ieder geval de stof bestudeert en verwerkt. Noteer natuurlijk altijd alle vragen die je hebt. 

Slide 14 - Tekstslide

Is dit voor iedereen duidelijk?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Weet je hoe je bij de stof op de ELO moet komen?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Welk pad volg je? Omschrijf aub.

Slide 17 - Open vraag