9.1 Lens op de samenleving VWO4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

____________________________________________________

9.1 Lens op de samenleving

Denken met behulp van paradigma's

____________________________________________________

____________________________________________________

Agenda

Wat is het doel van de les, en hoe gaan we dit bereiken?

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Bril voor veraf

Soms kun je maatschappelijke verschijnselen het beste bestuderen en verklaren door te kijken naar het structuurniveau.

Je kijkt dan naar grote achterliggende structuren, verschijnselen en processen die vorm geven aan de samenleving.

_________________________________________

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met  paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Bril voor dichtbij

Soms kun je maatschappelijke verschijnselen het beste verklaren door te kijken naar het actorniveau.

Je kijkt dan naar individuele interacties tussen mensen en hoe dit tekenend kan zijn voor de samenleving als geheel. 

_________________________________________

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met  paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Consensus

In je benadering van maatschappelijke verschijnselen kun je de samenleving zien als een goed geoliede machine. 

Je bestudeert hoe de verschillende onderdelen in consensus met elkaar samenwerken.

_________________________________________

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met  paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Conflict

Je kunt ook naar de samenleving kijken als een strijdtoneel. 

Je bestudeert waar het schuurt in de samenleving, waar mensen met elkaar in conflict komen, en hoe deze conflicten de samenleving vormgeven.

_________________________________________

02:14

Blijkt uit deze opvatting eerder structuur of actorniveau?

1. Structuurniveau
2. Actorniveau

02:20

Blijkt uit deze opvatting eerder consensus of conflict?

1. Consensus
2. Conflict

02:33

Blijkt uit deze opvatting eerder consensus of conflict?

1. Consensus
2. Conflict

04:19

Blijkt uit de uitspraak van de minister-president ("Je moet je maar invechten") eerder structuurniveau of actorniveau?

1. Structuurniveau
2. Actorniveau

04:20

Blijkt uit de uitspraak van de minister-president ("Je moet je maar invechten") eerder consensus of conflict?

1. Consensus
2. Conflict

05:10

Blijkt uit deze opvatting eerder het structuurniveau of het actorniveau?

1. Structuurniveau
2. Actorniveau

01:47

Formuleer een hypothese om deze uitspraak over onderwijskansen te kunnen controleren.
Gebruik de formulering: "Hoe... des te..."

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met  paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Paradigma

Een paradigma is een verzameling aan elkaar verwante theorieën die samen een lens op de samenleving vormen.

Bij maatschappij- wetenschappen gebruiken we vier paradigma's:

* Functionalisme-paradigma

* Conflict-paradigma

* Sociaal-constructivisme-paradigma

* Rationele actor-paradigma

_________________________________________

____________________________________________________

Leerdoel: 

Kunnen uitleggen hoe je met  paradigma’s naar de samenleving kunt kijken.

Paradigma

Opdracht: 1, 2

Een paradigma is een manier van kijken naar de samenleving. Wanneer je een ander paradigma gebruikt, ga je andere dingen zien.

_________________________________________

Conflict

Consensus

Structuur

Actor

Conflict-

paradigma

Functionalisme-

paradigma

Rationele actor-

paradigma

Sociaal-constructivisme- paradigma

____________________________________________________

Slotgedachte

____________________________________________________

Ben jij meer iemand die een bril voor veraf gebruikt, of juist iemand die een bril voor dichtbij gebruikt?