GLO H1, H2 Herhaling vwo

Herhaling H1 & H2
Herhaling H1
Herhaling H2
Zelfstandig aan de slag
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H1 & H2
Herhaling H1
Herhaling H2
Zelfstandig aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

1.4 Sub-Sahara-Afrika
Snelste bevolkingsgroei
Culturele diversiteit
Dictaturen, democratisering en conflicten
Economisch optimisme (potentieel)
West-Afrika: groeiers en achterblijvers
Externe relaties

Slide 2 - Tekstslide

Stelling I: De bevolking in Afrika is relatief jong

Stelling II: Nergens ter wereld is de vruchtbaarheid zo groot als in Afrika
A
Stelling I & II juist
B
Stelling I & II onjuist
C
Stelling I juist Stelling II onjuist
D
Stelling I onjuist Stelling II juist

Slide 3 - Quizvraag

Waarom komt het Christendom in Afrika meer voor in de kustgebieden en juist niet in het binnenland?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de toekomstige economische potentie van Afrika?

Wat is de toekomstige demografische potentie van Afrika?

Slide 5 - Open vraag

Stelling I: Landlocked zijn is meestal een nadeel

Stelling II: Een eenzijdige economie kan ook economisch goed zijn voor een land.
A
Stelling I & II juist
B
Stelling I & II onjuist
C
Stelling I juist Stelling II onjuist
D
Stelling I onjuist Stelling II juist

Slide 6 - Quizvraag

1.5 'Reuzen'- verschillen in Oost-Azië
Van Boeddhisme tot Shintoïsme
Demografische uitersten
Economische reuzen en dwergen
Snelle economische groei in China
Regionale en sociale verschillen
Spanningen

Slide 7 - Tekstslide

Geen enkel land in Oost-Azië heeft te maken met vergrijzing, vanwege hun jonge bevolking
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De drie relatief rijkste landen (bnp per inwoner) zijn:
A
China, Japan & Zuid-Korea
B
Japan, Zuid-Korea & Taiwan
C
China, Zuid-Korea & Taiwan
D
Japan, China & Noord-Korea

Slide 9 - Quizvraag

De middenklasse is het meeste in aantallen gegroeid in de afgelopen jaren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zuidoost-Azië: werkplaats van de wereld
Smeltkroes
Koloniale invloed
Schuiven met de industrie (NIC's)
Doi Moi
Keerzijden

Slide 11 - Tekstslide

Welk land is het welvarendste in zuidoost- Azië?
A
Indonesië
B
Thailand
C
Singapore
D
Filipijnen

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn keerzijden van de snelle economische ontwikkeling in zuidoost-Azië?

Slide 13 - Open vraag

H2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem
Drie groepen landen
Start globalisering
Europese machtsuitbreiding
Hegemoniale staten
Dekolonisatie
Europeanisering
Economische stempel

Slide 14 - Tekstslide

Centrum
Semi-periferie
Periferie

Japan
BRIC
Lage productiviteit
Laag BNP per hoofd
Politieke macht
Hoofdkantoren MNO
Hoofdkantoren MNO
Verouderde en moderne technologie
Sterk groeiende eigen markt
Hoge arbeidsproductiviteit
Gevaar ruilvoetverslechtering
Eenzijdige handel
Hoge industrialisatiegraad

Slide 15 - Sleepvraag

Het succes van West-Europese landen hangt samen met de twee belangrijkste factoren:

Slide 16 - Open vraag

Zet de hegenominale staten op volgorde:
Vroeger- nu
1
2
3
Verenigde staten
Spanje & Portugal
Groot- Brittannië

Slide 17 - Sleepvraag

Wat betekent:
De internationale arbeidsverdeling?

Slide 18 - Open vraag

H2.2: Verschuiving in het wereldsysteem
Verandering van het wereldsysteem
Mondiale handelsstromen
Productieketens & vervlechting

Slide 19 - Tekstslide

Uit welke landen bestaat de Triade?
A
Japan, China & VS
B
VS, China & Europa
C
Japan, Europa & VS
D
China, Zuid-Korea & Brazilië

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de nieuwe internationale arbeidsverdeling?

Slide 21 - Open vraag

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen

Slide 22 - Quizvraag

H2.3 Wereldwijde netwerken
Tijd-ruimte compressie!
Transportnetwerken
Informatie- en communicatietechnologie
Magneetwerking steden

Slide 23 - Tekstslide

De rode lijn geeft de ............. aan
A
Absolute afstand
B
Relatieve afstand
C
Canadese afstand
D
Vancouver afstand

Slide 24 - Quizvraag

De relatieve afstand kan veranderen.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quizvraag

Probeer in eigen woorden het begrip: hub and spokes
uit te leggen

Slide 26 - Open vraag

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 27 - Quizvraag

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Slide 28 - Quizvraag

Welk begrip past
hierbij?
A
Globalisering
B
Duurzaam
C
Keurmerk
D
Armoedegrens

Slide 29 - Quizvraag

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?
A
Economische globalisering
B
Politieke globalisering
C
Culturele globalisering
D
Ik weet het niet

Slide 30 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid kom je vooral tegen in
A
rijke landen
B
industrialiserende en globaliserende landen
C
arme landen
D
landen zonder veel globalisering

Slide 31 - Quizvraag

Hoe noemen we de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld naar Oost- en Zuidoost- Azië
A
Globalisering
B
Global shift
C
Wereldeconomie
D
Ik weet het niet

Slide 32 - Quizvraag

Het toerisme draagt bij aan de globalisering van de Filipijnen op cultureel, economisch en politiek gebied.
Maak de juiste combinaties.


Door de contacten met buitenlandse bezoekers nemen de Filipijnen gewoonten over uit andere delen van de wereld.



Door de werkgelegenheid in het toerisme kunnen de Filipijnen zich meer producten van buiten de Filipijnen veroorloven. 



Door de contacten met buitenlandse bezoekers maken de Filipijnen kennis met andere ideeën over democratie.
Culturele globalisering
Economische globalisering
Politieke globalisering

Slide 33 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
Huiswerk afmaken/aftekenen/nakijken
examentraining maken
Leren
Samenvatten/samenvatting controleren
Vragen stellen
Overhoren
etc

Slide 34 - Tekstslide