H6.1 Raaklijnen en toppen

Hoofdstuk 5
1. Ken de machtregels, bij hele, negatieve en gebroken machten.
2. Translaties van machtsfuncties.
3. Bij wortelfucties moet je denken aan het randpunt, domein en bereik en bij een vergelijking controleren of de oplossing voldoet.


1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
1. Ken de machtregels, bij hele, negatieve en gebroken machten.
2. Translaties van machtsfuncties.
3. Bij wortelfucties moet je denken aan het randpunt, domein en bereik en bij een vergelijking controleren of de oplossing voldoet.


Slide 1 - Tekstslide

Rekenregels machten
Spelen met getallen

Slide 2 - Tekstslide

Reken regels machten
voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Rekenregels machten
voorbeeld

Slide 4 - Tekstslide

H6 De afgeleide functie
H5 wat moet je weten en zijn er nog vragen

H6 Voorkennis: Theorie A Helling en afgeleide

6.1 raaklijnen en toppen
6.2 de afgeleide van machtsfuncties
6.3 de afgeleide van samengestelde functies
6.4 optimaliseren

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis Theorie A: Helling en afgeleide
  • Het differentie quotiënt
  • Snelheid en richtingscoëfficiënt
  • Hellingsgrafiek en afgeleide functie
  • Regels voor de afgeleide


Slide 6 - Tekstslide

Doelen: je leert
  • Welke soorten van stijgen en dalen er zijn (= differentie).
  • Wat is een horizontale en verticale asymptoot
  • Bij een tijd-afstand grafiek de gemiddelde snelheid berekenen.
  • Wat differentie quotiënten zijn en hoe je die berekent bij een functievoorschrift/formule.

Slide 7 - Tekstslide

Differentiequotiënt

Slide 8 - Tekstslide

 Differentie quotiënt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Asymptoot?
  • Horizontale asymptoot
             de vergelijking volgt uit: y = ...
             je vindt het door  hele grote positieve of
             negatieve getallen in de functie invullen.
             de uitkomst is de waarde waar de functie uiteindelijk                     naar toe gaat = y-waarde van de asymptoot.

  • Verticale asymptoot     
             de vergelijking volgt uit: x = ...
             je vindt het door op zoek naar de waarde
             van x, waar de functie niet bestaat.
             Dit is bij gebroken functies de waarde van x, waarbij de
             noemer nul is.


Slide 11 - Tekstslide

horizontale en verticale asymptoot

         de vergelijking volgt uit: 
         hele grote positieve/negatieve getallen                 invullen gaat richting y = 3
         de uitkomst is de waarde waar de functie             uiteindelijk naar toe gaat = y-waarde van               de asymptoot.
                                                                                    
           
           x = 1  dus bij de verticale asymptoot x = 1 

f(x)=x1(3x+2)
f(x)=11(31+2)=geenwaarde

Slide 12 - Tekstslide

horizontale en het bereik van de functie


              
             
              hele grote positieve/negatieve getallen                 invullen gaat richting y = -3
             
            Het bereik van de functie, alle mogelijke
             y-waarden, is  alles groter dan –3 of 
            het bereik: y > –3

f(x)=(31)x3

Slide 13 - Tekstslide

verticale asymptoot van de functie


              
             
              verticale asymptoot vinden. moet de                       volgende vergelijking worden opgelost: 
               2x + 10 = 0.   x = -5. 
              dus verticale asymptoot x =  x = –5

f(x)=3+log(2x+10)

Slide 14 - Tekstslide


differentie (verschil) + quotiënt (delen)
                       = gemiddelde verandering


Differentiequotiënt van y op  interval [-2,0] is:
           1. Δy : Δx  : xb = 0 en yb = 3       y = 3 - 0
                                xa = -2 en ya = 0        x = 0--2 = 2
               
           2. diff.quot. van y op [2,3]
           3. gemidd. verandering van y op [2,3]
           4. r.c. of helling van AB = 3: 2 = 1,5   
 Differentie quotiënt
Δx = -2 naar 0 = 2
Δy = 0 naar 3 = 3
y=(21x)+4
A
B

Slide 15 - Tekstslide

Differentie-quotiënt (DQ)
  • Stijgt de grafiek constant op [-1,2]?                
       Ja stijgt redelijk constant
  • Wat is de gemiddelde stijging [-1, 2]? 
       xb = 2   en    yb = 30
       xa = -1   en  ya = -50
               30--50 = 80
                2 --1     = 3
       


       DQ = richtingscoëfficiënt: 80: 3 = 26 2/3 

Slide 16 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid & r.c.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

theorie A,B,C

  • gemiddelde verandering op  [xA,xB]
  • gemiddelde snelheid op [xA,xB]
  • differentie quotiënt op [xA,xB]
  • richtingscoëfficiënt of helling van lijn AB

één formule:

ΔxΔy=xBxAyByA

Slide 21 - Tekstslide

Hellinggrafiek & afgeleide functie

Slide 22 - Tekstslide

Helling; differentiëren; afgeleide functie

Slide 23 - Tekstslide

De afgeleide functie

Slide 24 - Tekstslide

Bewijs f'(2) = 4   als 

Stel m.b.v. de afgeleide de formule op v/d raaklijn k:y = ax+b in het punt P. 



Δ y : Δ x :     
f‵(x)= x2 dus  x2 = f‵(x)= (x+h)2
  • punt dat limiet wordt! 
  • h =oneindig klein maar h = nooit 0 






 f(x) = axn                f'(x) = n . axn-1

Interval van twee coördinaten de grafiek
raken :   (x ; f(x))  en (x+h ; (f(x+h)  



   

 f'(2) = 4 

f(x)=h(f(x+h)f(x))
f(2)limh(4+4h+h24)=h+4
f(2)=limh(f(2+h)2f(2))2
f(x)=x2

Slide 25 - Tekstslide

Bereken de afgeleide van f(x)= x2
Stel m.b.v. de afgeleide de formule op v/d raaklijn k: y= ax+b in het punt P.

Δ y : Δ x 
f‵(x)= x2 dus  x2 = f‵(x)= (x+h)2


  • punt dat limiet wordt!
  • h= oneindig klein maar h = nooit 0 






 f(x) = axn            f'(x) = n . axn-1

we weten: Interval van twee coördinaten de grafiek raken :   (x ; f(x))  en (x+h ; (f(x+h)  





    f'(x) = 2x als h =0 

f(x)=h(x+h)x
f(x)limhx2+2xh+h2x2=2x+h=2x
f(x)=limh(f(2h)2f(2))2

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld  extreme waarden berekenen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video







f(x)= a      geeft de afgeleide f'(x) = 0
f(x)= ax    geeft de afgeleide f'(x) = x
f(x)= axn geeft de afgeleide 
                                                 f'(x) = n . axn-1
f(x)= axn +bx + c             f'(x) = n . axn-1
 f(x)= 0,5x3 – 4x + 3   waarbij a= 0,5 en n =3          
a= 0,5 x 3   = 1,5x2
-4x =            = 4                   f ' (x) = 1,5x2 – 4
c =+ 3           =  --

formule raaklijn y = ax + b? 
1. zoek twee punten f(x)= 0,5x3 – 4x + 3  
    (-3,1) en (-2,7)
2. bepaal de r.c:  6
               
3. bepaal b:  vul (-3.1) in de y = 6x+ b
     1 = (-3x6) + b        b =19
4. y = 6x + 19    

verschil y; 7 -1 = 6   en   verschil x; -2--3=1

Slide 41 - Tekstslide

Stel m.b.v. de afgeleide de formule op v/d raaklijn k: y = ax + b in het punt P.

De functie f(x)= 0,5x3 – 4x + 3.
Op de grafiek van f ligt het punt P met x = –2





afgeleide f(x) = axn             f'(x) = n . axn-1


1. Bereken eerst de afgeleide.
    f(x)= 0,5x3 – 4x + 3.              f ' (x) = 1,5x2 – 4
2. Bereken nu  a. = r.c. van punt P met x=-2.
    f'(x) = 1,5x2 - 4              a = 1,5(–2)2 - 4 =  2
3. Bereken de  y-coördinaat van punt P.
    f (–2) = 0,5(–2)3 – 4 · (–2) + 3 = 7
4. Bereken nu  b van de lijn k : y = ax + b 
 7 = 2 · (–2) + b      7 = –4 + b        b = 11
     
                       y = 2x + 11

Slide 42 - Tekstslide

H6.2 De afgeleide functie van machtsfunctie
H5 wat moet je weten en zijn er nog vragen

H6 Voorkennis: Theorie A Helling en afgeleide

6.1 Theorie B: raaklijnen en toppen m.b.v. de afgeleide
6.2 Theorie C: de afgeleide van machtsfuncties
6.3 Theorie D: de afgeleide van samengestelde functies
6.4 optimaliseren

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide