Taalkunde (voorzetselvoorwerp)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Blok 5
Opdracht 1-4

Deze week:
Schrijfopdracht 3
Terugblik ambiguïteit
Uitleg voorzetselvoorwerp
Uitleg schrijfopdracht 3

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kent de term voorzetselvoorwerp;

Je kunt een voorzetselvoorwerp herkennen;

Je kunt het verschil uitleggen tussen een voorzetselvoorwerp en een bijwoordelijke bepaling;

Je kunt een voorzetselvoorwerp zelf toepassen in een eigen tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Is hier sprake van ambiguïteit? 

Slide 4 - Tekstslide

Zijn onderstaande zinnen ambigu? Of zijn het intuinzinnen?
A  De commissie heeft de duistere praktijken van hooggeplaatste personen onder leiding van de minister van Justitie onderzocht.
B  In de schaduw van de hoge bomen van het park staat een bank waar ik een lopende rekening heb.
C  Men debatteerde over hulp aan gehandicapten in de gemeenteraad.
D  Ik sloeg meermaals de man met de wandelstok gade.
E  Jan legt het snoep op tafel in de keuken.
F  De Tweede Kamer drong bij de minister aan op steun in het debat over het klonen van embryo's dat vanmiddag in de Eerste Kamer zou plaatsvinden.
G  De oude stal van de dominee maar werd gepakt.
H  De boswachter zag de vrouw met de verrekijker.
I De leiding van de school moest nodig doorgespoeld worden.
J  De modellen die we zagen lopen we nog eens na.
Intuinzin
Ambigu
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J

Slide 5 - Sleepvraag

Verklaar de ambiguïteit

Hiernaast staan krantenkoppen die ambigu zijn. Geef de dubbelzinnige betekenissen.
  1. Politie treedt op tijdens rellen
  2. Curlingmannen vegen de vloer aan met Slowakije
  3. Blind (de voetballer) tast in het duister
  4. Erop of eronder voor Utrechtse prostituees
  5. Taxichauffeur zette zijn klanten af
  6. Aantal asielzoekers bevroren
  7. Vrouw praat alleen meer dan man in klein gezelschap
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat maakt de zinnen die rechts staan ambigu?
De Tweede Kamer drong bij de minister aan op steun in het debat over het klonen van embryo’s dat vanmiddag in de Eerste Kamer zou plaatsvinden.

De leraar keek naar de verschijning in de deuropening van het lokaal.

Men debatteerde over hulp aan gehandicapten in de gemeenteraad.

Slide 7 - Tekstslide

Op welke manier maakt de cartoonist deze strip grappig?

Slide 8 - Tekstslide

voorzetsels
Waar is de appel ten opzichte van de doos?
Met welk woord druk je dit uit?
Is dit letterlijk of figuurlijk bedoeld?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een vzv?
  1. Begint altijd met een voorzetsel;
  2. Wordt aangevuld met een 'voorwerp';
  3. Vaste combinatie tussen het werkwoord en het voorzetsel;
  4. Voorzetsel verliest de normale betekenis: het is figuurlijk bedoeld.

Slide 10 - Tekstslide

Je ziet hieronder werkwoorden waar een vast voorzetsel bij hoort. Sleep het werkwoord naar het vaste voorzetsel.
(vanaf het voorzetsel vormt zich dus een voorzetselvoorwerp)
op
voor
van
in
(iemand) aanspreken
betrekking hebben
commentaar hebben
aandacht hebben
zich inzetten
een zwak hebben
walgen
overtuigd zijn
geïnteresseerd zijn
bedreven zijn

Slide 11 - Sleepvraag

De nieuwsgierige man luistert aandachtig naar de radio.
Het verliefde meisje kuste de jongen in het park.
In de winter sneeuwt het.
De duiker sprong niet.
De tweelingzussen zagen elkaar na 10 jaar weer.
Ik erger me mateloos aan rotzooi op straat.
Ik wacht al 10 minuten op mijn zusje.
Lieke is gek op haar zusje.
Els is bang voor spinnen.
Hij wacht voor het huis.

Slide 12 - Sleepvraag

Blok 5
Opdracht 1-4

Deze week:
Schrijfopdracht 3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3
Schrijf een persoonlijk ikje

120 woorden
2 voorzetselvoorwerpen
1 ambigue zin
2 samengestelde zinnen (NS + OS)
1 naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Tekstslide