SO bs 1 tm 4 BK thema 4 regeling 15 - 18 min

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
A
juist
B
onjuist
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar klieren?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 2 - Quizvraag

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 3 - Quizvraag

Welke zenuwcellen komen voor in het hoofd van de mens?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen
D
alle 3

Slide 4 - Quizvraag

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen van het ruggenmerg naar de hersenen geleid?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 5 - Quizvraag

Anna zegt dat alleen in een gemengde zenuw de uitlopers omgeven zijn door een isolerend laagje. Emine zegt dat bewegingszenuwen alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen bevatten.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Anna heeft gelijk
B
Alleen Emine heeft gelijk
C
Anna en Emine hebben beiden gelijk
D
Anna en Emine hebben beiden geen gelijk

Slide 6 - Quizvraag

De zenuw in de carpale tunnel in de hand is een gemengde zenuw.
Geleidt deze zenuw impulsen naar de vingers toe? En geleid deze zenuw impulsen vanuit de vingers in de richting van de pols?
A
beide
B
alleen naar de vingers toe
C
alleen vanuit de vingers in de richting van de pols.

Slide 7 - Quizvraag

Van welke typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers in deel 6?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen

Slide 8 - Quizvraag

Delen van de hersenen zijn:
1. bewegingscentra in de hersenschors.
2. gevoelscentra in de hersenschors
3. hersenstam
4. kleine hersenen
Welke van deze delen zijn betrokken bij het tikken van een brief op de computer?
A
alleen de delen 1 en 2
B
alleen de delen 2 en 3
C
alleen de delen 1, 3 en 4
D
de delen 1,2,3 en 4

Slide 9 - Quizvraag

In welk deel van het zenuwstelsel vinden de processen plaats waardoor je iemand ziet?
A
in het merg van de grote hersenen
B
in de schors van de grote hersenen
C
in het merg van de kleine hersenen
D
in de schors van de kleine hersenen

Slide 10 - Quizvraag

De spieren van een koorddanser werken op het juiste moment, in de juiste volgorde samen zodat hij niet van het koord valt.
Welk orgaan zorgt ervoor dat deze spieren zo nauwkeurig kunnen samenwerken?
A
de grote hersenen
B
de kleine hersenen
C
de hersenstam
D
het ruggenmerg

Slide 11 - Quizvraag

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 12 - Quizvraag

Bij pasgeboren baby's zijn reflexen aanwezig: grijpref;ex en zuigreflex.
Bij welke reflexen speelt de hersenstam een rol?
A
zowel bij de grijpreflex als bij de zuigreflex.
B
alleen bij de grijpreflex en niet bij de zuigreflex.
C
niet bij de grijpreflex maar wel bij de zuigreflex.

Slide 13 - Quizvraag

Een kind vertoont de volgende gezondheidsproblemen:

1. achterstand in groei en ontwikkeling
2. snelle vermoeidheid
3. verminderde verbranding in cellen.

Welke van deze verschijnselen kan(kunnen) worden veroorzaakt door een verlaagde productie van schildklierhormoon?
A
alleen verschijnsel 3
B
alleen de verschijnselen 1 en 2
C
alleen de verschijnselen 2 en 3
D
de verschijnselen 1,2 en 3

Slide 14 - Quizvraag

In de afbeelding is schematisch weergegeven hoe vanuit orgaan P verschillende processen in het lichaam van de mens worden beïnvloed.
Wat is de naam van het orgaan dat met P is aangeduid?
A
de grote hersenen
B
de kleine hersenen
C
de hypofyse
D
de schildklier

Slide 15 - Quizvraag

Noem twee belangrijke verschillen tussen het hormoonstelsel en het zenuwstelsel.

Slide 16 - Open vraag

Enkele hormoonklieren bij mensen zijn: eierstokken, schildklier en teelballen.
Welk of welke van deze klieren worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse?
A
Eierstok
B
Schildklier
C
Teelballen
D
Allemaal

Slide 17 - Quizvraag

Welk orgaan functioneert niet zo goed bij suikerziekte?
A
Lever
B
Dunne darm
C
Alvleesklier
D
Galblaas

Slide 18 - Quizvraag

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex

Slide 19 - Quizvraag

Van welk type zenuwcel is de uitloper in de afbeelding?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 20 - Quizvraag

Waar geleiden gevoelszenuwcellen de impulsen naar toe?
A
Zintuigen
B
Klein hersenen
C
Grote hersenen
D
Spieren

Slide 21 - Quizvraag

Reflexen van je hoofd en hals lopen via...
A
Hersenstam
B
Grote hersenen
C
Kleine hersenen
D
Ruggenmerg

Slide 22 - Quizvraag

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?
A
prikkel-impuls-hersenen-reactie
B
prikkel-reactie
C
prikkel-impuls-zenuw-hersenen-bericht-zenuw-reactie
D
reactie-prikkel-zenuw-hersenen

Slide 23 - Quizvraag