oefentoets Regeling en zintuigen (bewerken)

Regeling en zintuigen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Regeling en zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het eerste onderwerp gaat over Regeling

Slide 3 - Tekstslide

1. Reukzintuigcellen vangen geuren op en zetten deze om in impulsen die naar de hersenen worden geleid.

Waar in de hersenen worden deze impulsen verwerkt?
A
in de grote hersenen
B
in de hersenstam
C
in de kleine hersenen

Slide 4 - Quizvraag

2.
Bekijk de afbeelding in de volgende dia.

Welk type zenuwcellen bevindt zich in de gemengde zenuwen?
Kijk goed naar de nummers!!
A
type 1 & 2
B
type 1 & 3
C
type 2 & 3
D
type 1, 2 en 3

Slide 5 - Quizvraag

Gevoelszenuw
Schakelzenuw
Bewegingszenuw

Slide 6 - Tekstslide

3.
Het ruggenmerg van Bas is beschadigd door een ongeluk. Hij heeft wel gevoel in zijn benen, maar kan zijn benen niet meer bewegen.

Aan welke kant van het ruggenmerg zal waarschijnlijk de beschadiging zitten?
Buikzijde / rugzijde?

Slide 7 - Open vraag

afb 1 (Hoormoonstelsel) afb. 2

Slide 8 - Tekstslide

3.
In afbeelding 2 zie je de ligging van hormoonklieren bij de vrouw.
Benoem de 5 hormoonklieren.

Slide 9 - Open vraag

4.
Bij een volwassen vrouw gaat de hormoonklier, aangegeven in afbeelding 1, minder goed werken.

Kan een vrouw hierdoor meer of minder vruchtbaar worden en leg je antwoord uit!!

Slide 10 - Open vraag

Jongleren stimuleert groei van witte stof
Het oefenen op jongleren stimuleert de groei van witte stof in de hersenen. 
Dat hebben Duitse wetenschappers aangetoond.
Onderzoekers van het universitair medisch centrum Hamburg-Eppendorf lieten twaalf mannen en twaalf vrouwen elke dag een halfuur oefenen met jongleerballen. 
Na zes weken maakten de onderzoekers een hersenscan van alle proefpersonen. 
Uit onderzoek bleek dat er opvallend veel witte stof was aangegroeid in het brein van de jongleerders.

Slide 11 - Tekstslide

5.
Welke functie hebben de kleine hersenen tijdens het jongleren?
A
coördineren van bewegingen
B
impulsen geleiden van ruggenmerg naar de grote hersenen
C
regelen van hartslag en ademhaling
D
verwerken van impulsen afkomstig van zintuigen

Slide 12 - Quizvraag

6.
Bij kinderverlamming(polio) kunnen spieren soms niet meer goed samentrekken.
De spierverlamming ontstaan wanneer de ziekteverwekker (het poliovirus) een bepaald type zenuwcel aantast.
Schakelcellen zijn niet gevoelig voor het virus.
In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg.
Op welke van de aangegeven plaatsen liggen de cellichamen van de zenuwcellen die door het poliovirus kunnen worden aangetast.

Slide 13 - Open vraag

Als de bloedsuikerspiegel in je bloed te laag is, wordt er....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 14 - Quizvraag

Door welk hormoon daalt de bloedsuikerspiegel?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucagon

Slide 15 - Quizvraag

Gorilla’s kunnen borstroffelen (afbeelding). Dat doen ze bijvoorbeeld als ze boos worden. Een gorillamannetje ligt te luieren, terwijl een gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan. Het mannetje wordt boos en gaat borstroffelen. In de afbeelding is een spier getekend die betrokken is bij het borstroffelen, met een uitloper van een zenuwcel. Deze uitloper geleidt impulsen die de spiervezels doen samentrekken. →Van welk type zenuwcel is deze uitloper een deel? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Met welk type lichtgevoelige zintuigcellen kun je kleuren zien?

Slide 17 - Open vraag

Orgaanstelsels werken in het lichaam samen.
Leg uit hoe het zenuwstelsel samenwerkt met het zintuigstelsel.

Slide 18 - Open vraag

Alle zintuigen samen noemen we het......

Slide 19 - Open vraag

Welke zintuigen liggen er allemaal in de huid?

Slide 20 - Open vraag

Hazelmuizen zijn nachtdieren. Ogen van hazelmuizen zijn vergelijkbaar met de ogen van mensen.
De zintuigcellen in het netvlies waarmee de hazelmuis goed in het donker kan zien heten:

Slide 21 - Open vraag

Lees de tekst ‘Zeventienjarige breekt naakt in’.
Blijkt uit de tekst dat alcohol invloed kan hebben op de grote hersenen? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Open vraag

Hoe heet de buitenste doorzichtige laag van het oog?
A
Glasachtig lichaam
B
Netvlies
C
Hoornvlies
D
Pupil

Slide 23 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 24 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 25 - Quizvraag

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 26 - Quizvraag

Welk deel van het oog is niet doorzichtig?
A
Harde oogvlies.
B
Hoornvlies.
C
Lens.
D
Pupil.

Slide 27 - Quizvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 28 - Quizvraag

Het oor heeft als taak: prikkels op vangen. Wat is de adequate prikkel voor het oor?

Slide 29 - Open vraag

Hoe heet het deel van je oor dat trillingen omzet in impulsen?

Slide 30 - Open vraag

In de huid liggen ook zintuigen.
Noem er 4 in een antwoord.

Slide 31 - Open vraag

Welke "trucjes" heeft je huid om je lichaamstemperatuur constant te houden?

Slide 32 - Open vraag

Noem de 3 functies van de huid.

Slide 33 - Open vraag

Wat heeft een donkere huid zodat die huid beter beschermt is tegen UV?

Slide 34 - Open vraag

In de afbeelding zie je een stukje huid.
De letter P geeft de laag aan met cellen die pigment maken.

Hoe heet deze laag van de opperhuid?

Slide 35 - Open vraag

Hoe noemen we de periode in je leven
als je huid en haar vetter worden en
je huid extra talg gaat produceren?

Slide 36 - Open vraag

Hoe kan een ziekteverwekker via de huid in je lichaam komen? Noem twee manieren.

Slide 37 - Open vraag

einde


Einde

Slide 38 - Tekstslide