Herhaling H4

Hoofdstuk 4 herhaling
Lezen
Woordenschat
Taalverzorging
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 herhaling
Lezen
Woordenschat
Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Voorbeeld
Oorzaak - gevolg

Slide 2 - Tekstslide

Geef van de volgende zin aan wat de oorzaak is en wat het gevolg.

Een ontspoorde tram op het kruispunt van de Noordsingel en de Bergwerd, leidde tot een flinke opstopping van het autoverkeer.

Slide 3 - Open vraag

Opstaan: waarom is dat zo’n probleem?
1] Het is elke dag hetzelfde liedje: om zeven uur geef je de wekker een mep en daarna slaap je nog even door. Vervolgens kom je te laat bij je baantje in de supermarkt, bij je afspraak of in de klas. Waarom wil je je altijd nog eens omdraaien wanneer de wekker gaat?
2] ‘Het probleem is meestal dat het slaapritme verschoven is bij veel jongeren,’ vertelt Monique Vlak. Zij is als neuroloog verbonden aan het Amerstdam WaakSlaapCentrum. ‘Of je sport, televisie kijkt of achter de tablet zit: doordat je ’s avonds lichamelijk of geestelijk te lang actief blijft, verschuift je ritme naar de nacht.
3] Het hormoon melatonine speelt hierbij ook een rol. Door de aanmaak van deze stof kom je in de slaapmodus, maar, zo legt de neuroloog uit, door blootstelling aan het licht van televisie, tablet en ook gewoon de huiskamerlamp wordt de aanmaak van melatonine uitgesteld. ‘In plaats dat je slaapt van 23 tot 7 uur ga je slapen van 24 tot 8 uur, van 1 tot 9 uur of zelfs van 2 tot 10 uur,’ aldus Vlak. Als je er dan toch om 7 uur ’s ochtends uit moet, kom je dus slaap tekort.
4] Voor veel jongeren is opstaan dus erg lastig, doordat hun slaapritme naar de avond en nacht is verschoven. Als je jezelf voorgoed van je ochtendproblemen wil verlossen, doe je er goed aan om elke dag op dezelfde tijd op te staan. Dan schuift je ritme terug en wordt het vanzelf gemakkelijker. Alleen moet je dan wel ook in het weekend streng zijn voor jezelf.
Naar: www.quest.nl, op 4 juli 2013


Slide 4 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

Noteer de opsomming die in alinea 2 wordt genoemd.

2] ‘Het probleem is meestal dat het slaapritme verschoven is bij veel jongeren,’ vertelt Monique Vlak. Zij is als neuroloog verbonden aan het Amerstdam WaakSlaapCentrum. ‘Of je sport, televisie kijkt of achter de tablet zit: doordat je ’s avonds lichamelijk of geestelijk te lang actief blijft, verschuift je ritme naar de nacht.

Slide 6 - Open vraag

Aan welk signaalwoord herken je het verband oorzaak-gevolg in alinea 2?

Zij is als neuroloog verbonden aan het Amerstdam WaakSlaapCentrum. ‘Of je sport, televisie kijkt of achter de tablet zit: doordat je ’s avonds lichamelijk of geestelijk te lang actief blijft, verschuift je ritme naar de nacht.

Slide 7 - Open vraag

Voor welk publiek is de tekst geschreven?

Slide 8 - Open vraag

Waarom is de laatste zin ‘Alleen moet je dan wel ook in het weekend streng zijn voor jezelf’ nodig?

Slide 9 - Open vraag

Waardoor kun je ervan uitgaan dat de informatie die Monique Vlak geeft, klopt?

Slide 10 - Open vraag

Zet de zinnen op de goede volgorde:
1
2
3
De aanmaak van melatonine wordt uitgesteld.
Je valt later in slaap.
Je wordt blootgesteld aan lamplicht, tv-licht of pc-licht.

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Je kunt je slaapritme terugschuiven door iedere ochtend om dezelfde tijd op te staan.
B
Je slaapritme verschuift als je ‘s avonds actief bent en door veel in het licht te zitten.
C
Voor jongeren is op tijd opstaan lastig, doordat hun slaapritme is verschoven.
D
Waarom is opstaan vaak zo’n probleem?

Slide 12 - Quizvraag

Woordenschat
woorden met meerdere betekenissen

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekenen de woorden?
zonder te letten op
verschillend mogen zijn
een goede actie/daad
gunstige, hoopvolle 
Diversiteit
Positieve

Slide 14 - Sleepvraag

 Het werkwoord voorstellen heeft vier betekenissen. Welke betekenis past bij de volgende zinnen?

Slide 15 - Tekstslide

De mentor stelde voor het klassenfeest op een vrijdagavond voor de vakantie te houden.
A
als plan bekendmaken en de mening van anderen erover vragen
B
vertellen hoe iemand heet
C
de bedoeling hebben op iets of iemand te lijken
D
vertellen op een manier waardoor het anders lijkt

Slide 16 - Quizvraag

Je stelt die logeerpartij wel beter voor dan je waarschijnlijk van plan bent.
A
als plan bekendmaken en de mening van anderen erover vragen
B
vertellen hoe iemand heet
C
de bedoeling hebben op iets of iemand te lijken
D
vertellen op een manier waardoor het anders lijkt

Slide 17 - Quizvraag

Moet die klomp klei een olifant voorstellen?
A
als plan bekendmaken en de mening van anderen erover vragen
B
vertellen hoe iemand heet
C
de bedoeling hebben op iets of iemand te lijken
D
vertellen op een manier waardoor het anders lijkt

Slide 18 - Quizvraag

Taalverzorging
woordsoorten
(on)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Tekstslide

Welke woordsoort wordt uitgelegd:
is een kort woord dat vaak een tijd of plaats aangeeft
A
zelfstandig naamwoord
B
voorzetstel
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen lidwoord?
A
de
B
voor
C
het
D
een

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen werkwoord?
A
draaien
B
opvallen
C
beneden
D
verwijderen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
regen
B
groot
C
blauw
D
scheef

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen voorzetsel?
A
boven
B
na
C
voorbij
D
boos

Slide 24 - Quizvraag


Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
bankpasje
B
bijzonder
C
glas
D
Yvonne

Slide 25 - Quizvraag

Eigenaren van strandtenten verwachten veel inkomsten mis te lopen, omdat er een zwemverbod is ingesteld.

Benoem de volgende woorden: VAN - VERWACHTEN - EEN

Slide 26 - Open vraag



Tientallen vennen zijn inmiddels verdwenen uit het Noord-Brabantse landschap.

Benoem de volgende woorden: VENNEN - NOORD-BRABANTSE

Slide 27 - Open vraag

Voor het huis staat een stoere sportwagen.

Noteer de/het zelfstandig naamwoord(en)

Slide 28 - Open vraag

Sterre gaat met het vliegtuig op vakantie.

Noteer de/het voorzetsel(s)

Slide 29 - Open vraag

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

lakken - de ........... tafel

Slide 30 - Open vraag

verscheuren - het ........... toetspapier

Slide 31 - Open vraag

bekijken - de .............foto's

Slide 32 - Open vraag

uitzenden - de ........... wedstijd

Slide 33 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.

De […] (melden) diefstal werd […] (afhandelen) door de politie.

Slide 34 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.

Tijdens de wedstrijd werd de […] (verongelukken) autocoureur […] (herdenken).

Slide 35 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.

Wanneer wordt jouw […] (blesseren) kat […] (opereren)?

Slide 36 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden.

In de […] (verduisteren) escaperoom was de code snel […] (kraken)

Slide 37 - Open vraag

Eind

Slide 38 - Tekstslide