In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Startles NL; doel bepalen.
Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
De vorige les (n.v.t. vandaag)
Opwarmertje: woordweb + gesprek.
Oefenopdrachten voor doelbepaling.
Instructie.
Verwerking.
Evaluatie.
Slide 1 - Tekstslide
Inchecken. Jij & ik.
Slide 2 - Tekstslide
De vorige les: x
Vandaag nog niet van toepassing.
Slide 3 - Tekstslide
Waar wil je beter in worden voor de TNT?
Slide 4 - Woordweb
Opwarmertje: Gesprek.
Ik schrijf alle punten op waar jij beter in wilt worden voor de TNT.
Dit kunnen we tijdens de evaluatie meenemen voor de doelbepaling.
Slide 5 - Tekstslide
Oefenopdrachten: doelbepaling.
Begrijpend lezen.
Werkwoordspelling.
Schrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Oefenopdracht: Begrijpend lezen.
Slide 7 - Tekstslide
Oefenopdracht: Werkwoordspelling.
Slide 8 - Tekstslide
Oefenopdracht: Schrijven.
Slide 9 - Tekstslide
Instructie: Thuiswerkopdracht.
Bepaal of het tt (tegenwoordige tijd) of vt (verleden tijd) is.
Zet een streep onder het onderwerp (wie of wat?).
Bepaal of het onderwerp ik-hij/zij-wij is.
Denk aan de spellingsregels die daarbij horen. Ik = stam, hij = stam + t, wij = het hele werkwoord, bij vt denk aan het ´t x-kofschip (wel = te(n), niet = de(n)).
Schrijf het werkwoord in de juiste vorm op.
Slide 10 - Tekstslide
Thuiswerkopdracht: Samen oefenen.
Ik doe het voor.
Jij doet het na.
Jij doet het zelf.
Slide 11 - Tekstslide
Thuiswerkopdracht: Via WhatsApp.
De thuiswerkopdracht stuur ik via WhatsApp.
Deze wordt in het schriftje met lijntjes gemaakt.
Schriftregels: blaadje dubbelvouwen, les 1 opschrijven, alleen de werkwoorden opschrijven.
Uiterlijk zaterdag wil ik een foto van de gemaakte opdracht ontvangen.
We bespreken de opdracht de volgende les na.
Slide 12 - Tekstslide
Wat vond je van de startles? Wat kan beter of anders? Wat vond je leuk of fijn?
Slide 13 - Open vraag
Evaluatie: Doelbepaling.
Wat had je aan het begin van de les gezegd dat je wilt verbeteren voor de TNT?
Welk onderdeel of welke onderdelen vond je het lastigste van de oefenopdrachten: begrijpend lezen, werkwoordspelling, schrijven?