Leestekens mavo




H3 + H4 Spelling
Leestekens
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




H3 + H4 Spelling
Leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • 1e deel: kennis over leestekens opfrissen. Over 2 weken toets!
  • 2e deel: zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Welke leestekens kennen we?
  • Punt
  • Vraagteken
  • Uitroepteken
  • Dubbele punt
  • Komma
  • Puntkomma
  • Aanhalingsteken

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
Wanneer gebruik je een uitroepteken?

  • Bij een uitroep. Geweldig! Goed gedaan!
  • Bij een bevel. Kom eens hier! Stop daarmee!

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
Wanneer gebruik je een dubbele punt?

  • Voor een opsomming. Hij lust drie soorten groenten: spinazie, broccoli en spruiten.
  • Voor een citaat (zin die iemand zegt). Lisa zei: 'Ik ben al klaar.'
  • Voor een verklaring. Ik wil van de zomer niet naar Madrid: het is me daar te warm.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Wanneer gebruik je een komma?
(Je gebruikt een komma om een zin overzichtelijker te maken) 
  • in opsommingen. Zij schrijft artikelen, romans, verhalen en columns. 
  • tussen twee persoonsvormen in één zin. Terwijl ik een ijsje eet, stoot ik mijn teen. 
  • voor een voegwoord (omdat, maar, doordat, zodat, want, etc.)
  • voor of na een aanspreking. Marije, wat ben je aan het doen?                     Lukt het, opa?

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling
Wanneer gebruik je een puntkomma?
  • bij een opsomming die uit langere delen bestaat. Je kunt de puntkomma hier vervangen door een komma.       
  • Bij twee zinnen die sterk met elkaar samenhangen. Je kunt de puntkomma hier vervangen door een punt.                    Beginnen jullie maar vast; ik ben iets later.   

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling
Hoe gebruik je aanhalingstekens bij een citaat?

  • Een citaat: dat wat iemand letterlijk zegt (directe rede).        Lise zegt: 'Ik snap de opdracht niet.'                                                        of: 'Ik snap de opdracht niet,' zegt Lise.
  • Bij indirecte rede geen aanhalingstekens.                                 Lise zegt dat ze de opdracht niet snapt. 

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling
Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken barcelona madrid en sevilla
  • Antwoord: Ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken: Barcelona, Madrid en Sevilla. 

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling
Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

joris als je daar nu niet mee stopt zet ik je de klas uit zei de leraar nederlands boos
  • Antwoord: 'Joris, als je daar nu niet mee stopt, zet ik je de klas uit!' zei de leraar Nederlands boos.


Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • H4 Spelling opdr. 1 t/m 6 (blz. 153 t/m 155)
Klaar? Alle opdrachten nakijken en verbeteren. Daarna test spelling maken H3 + H4

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide