Wanneer gebruik je een puntkomma?
- Om twee zinnen die bij elkaar horen met elkaar te verbinden (bijvoorbeeld: Martin gaat dagelijks naar zijn verzorgpony; in de winter gaat hij wekelijks).
- Achter de zinnen in een opsomming (bijvoorbeeld: De spelregels beginnen zo:
je gooit om de beurt met de dobbelsteen;
je zet je pion het aantal ogen op de dobbelsteen vooruit;
als je op een vak met een plaatje komt, krijg je een opdracht.