Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica oefentoets
Oefentoets grammatica
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefentoets grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Instructie
Je gaat vijf zinnen benoemen.
Je mag de zinnen in zinsdelen verdelen op een kladpapier.
Als een zinsdeel niet in de zin voorkomt, zet je een streepje -
Slide 2 - Tekstslide
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 3 - Open vraag
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 4 - Open vraag
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is het onderwerp?
Slide 5 - Open vraag
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 6 - Open vraag
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 7 - Open vraag
Meewerkend voorwerp
Je vind het meewerkend voorwerp door de vraag te stellen:
Ik heb voor mijn oma een taart gebakken.
Voor WIE heb ik een taart gebakken?
Voor mijn oma.
Slide 8 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling bestaat uit één of meerdere woorden die meer informatie geven over wat er in het gezegde wordt uitgedrukt.
Je kan de bijwoordelijke bepaling in een zin vinden door vragen te stellen als: Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? Hoeveel? Waarmee?
Slide 9 - Tekstslide
1. In Harlingen begon de lucht te betrekken.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 10 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 11 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 12 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is het onderwerp?
Slide 13 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 14 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is meewerkend voorwerp?
Slide 15 - Open vraag
2. Op de boot kon je de bewegende golven duidelijk voelen.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 16 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 17 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is het onderwerp?
Slide 19 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 20 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 21 - Open vraag
3. De ober geeft mij een drankje aan.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 22 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 23 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 24 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is het onderwerp?
Slide 25 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 26 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 27 - Open vraag
4. West-Terschelling werd prachtig beschenen door het licht van de vuurtoren.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 28 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is de persoonsvorm?
Slide 29 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 30 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is het onderwerp?
Slide 31 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 32 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 33 - Open vraag
5. Na de Berenloop gaf de organisatie ons als herinnering een leuke medaille.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 34 - Open vraag
Einde!
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling 2A Examens
20 dagen geleden
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
P9 Grammatica, meewerkend voorwerp VWO 1
April 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
zinsdelen quiz
September 2024
- Les met
29 slides
LessonUp
Primary Education
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
L17 Zinsdelen
Maart 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
Cultuur op Terschelling
Juli 2023
- Les met
27 slides
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
Februari 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsdelen
Oktober 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2