Dienstag, den 2. November 2020
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval - koppel de juiste vertalingen aan elkaar
ik
jij
hij
zij (ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
wie
wat
ich
du
er
sie (ev)
es
wir
ihr
sie (mv)
Sie
wer
was
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
ik - ich
Slide 4 - Open vraag
jij - du
Slide 5 - Open vraag
hij - er
Slide 6 - Open vraag
zij (ev) - sie (ev)
Slide 7 - Open vraag
het - es
Slide 8 - Open vraag
wij - wir
Slide 9 - Open vraag
jullie - ihr
Slide 10 - Open vraag
zij (mv) - sie (mv)
Slide 11 - Open vraag
u - Sie
Slide 12 - Open vraag
wie - wer
Slide 13 - Open vraag
wat - was
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Koppel de juiste vertaling van de voorzetsels met de vierde naamval aan elkaar
door
voor
zonder
om
tot
tegen
durch
für
ohne
um
bis
gegen
Slide 16 - Sleepvraag
Schrijf nu de voorzetsel met de vierde naamval in het Duits op
