Groepsdynamiek

Les  Groepsdynamiek - kwaliteiten
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les  Groepsdynamiek - kwaliteiten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is een groep?

Slide 3 - Woordweb

Theorie: wat is een groep 
De maatschappij is de grootste groep die er is. Deze groep heeft invloed op de kleinere groep. 
Een voorbeeld van een kleinere groep is een gezin, een klas, sportclub etc.
Deze groepen hebben invloed op een individu

Slide 4 - Tekstslide

Waar maak jij deel van uit?
Tot welke groepen behoor jij?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is een primaire groep
Een primaire groep is die groep die het belangrijkste voor een persoon is. B.v. gezin

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een informele groep?
Een informele groep ontstaat meestal spontaan. B.v. op vakantie bij sport en spel.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een formele groep?
Bij een formele groep is een structuur vastgesteld. B.v. vergaderingen

Slide 9 - Tekstslide

Taak (werk) groep
Uitvoeren van een taak staat centraal
Bijvoorbeeld begeleider in de gehandicaptenzorg

Slide 10 - Tekstslide

Procesgroep
Hierbij ligt de nadruk op het proces wat in de groep plaatsvindt
Bijvoorbeeld trainingsgroep, therapiegroep

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een secundaire groep?
Een secundaire groep is een groep waarbij een koele wat meer afstandelijk met elkaar wordt omgegaan. B.v. ziekenhuis afdeling

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een homogene groep?
Homogeen betekend onderlinge overeenkomsten. B.v. vrouwen praatgroep.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een heterogene groep?
Heterogeen wijst op onderlinge diversiteit. B.v. vrouwen en mannen praatgroep

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een open groep
laten snel nieuwe leden toe. Staan open voor nieuwe ideeën.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een gesloten groep
Gesloten = laten niet zo makkelijk nieuwe mensen toe. Er is sprake van sterke saamhorigheid.

Slide 16 - Tekstslide

In- en outgroup
Wordt ook wel aangeduid als "wij"en "zij" groep.
 Bijvoorbeeld Ajax tegenover Feyenoord.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Groepsdynamica

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

In hoeverre herken je dit?
Waar staan jullie als groep?
Waar bevind je bewonersgroep zich?

Slide 21 - Tekstslide

Groep met sterke en zwakke cohesie
Het groepskenmerk cohesie staat voor ‘onderlinge samenhang’. Voelen groepen zich tot elkaar aangetrokken of juist niet. Hoe groter de groep hoe zwakker de cohesie. Sub groepen kunnen de cohesie ondermijnen. ‘Bondjesvorming’.

Slide 22 - Tekstslide

Groepsnormen en groepswaarden 
Normen kunnen gezien worden als een maatstaf voor gedrag; regels die beschrijven waaraan de groep zich behoort te houden.
Waarde is iets waar je betekenis aan toekent. B.v. studie is waardevol, het heeft nut.

Slide 23 - Tekstslide

Functies van groepsnormen
  • Ze werken ordenend en stabiliserend;
  • Geven basis om samen te werken en duidelijkheid over hoe taken moeten worden aangepakt;
  • Ze bieden voorspelbaarheid en zekerheid;
  • Houden de groepseenheid in stand

Slide 24 - Tekstslide

Waar willen wij als groep naar toe werken? 

Slide 25 - Tekstslide

Mijn kwaliteiten
Wat zijn persoonlijke eigenschappen / kwaliteiten?
Kwaliteiten zijn de unieke en persoonlijke eigenschappen die bij mensen horen. 

Bescheidenheid is bijvoorbeeld een kwaliteit, daadkracht en zelfstandigheid, geduldig zijn dat ook. 

Kwaliteiten en karaktereigenschappen zijn vaak verbonden met een bepaald type persoonlijkheid. Zo zal een rustig introvert persoon eerder bescheidenheid als kwaliteit hebben dan een wat drukker extravert persoon.


Slide 26 - Tekstslide

Benoem minstens 3 kwaliteiten van jezelf.



Slide 27 - Open vraag

kwaliteiten

Slide 28 - Tekstslide

Individuele gebruiksaanwijzing
In sommige dingen zijn we allemaal hetzelfde maar in andere uniek en we willen allemaal dat er op een bepaalde manier met ons wordt omgegaan. Het is handig als anderen dat van ons weten.

Sommigen van ons worden ergens goed in door een coach die heel confronterend is, anderen door een coach die
inspirerend is en zegt dat je het kan. Iedereen heeft dus een eigen gebruiksaanwijzing, met dingen die je wel of niet fijn vindt.

Slide 29 - Tekstslide

Maak nu je eigen gebruiksaanwijzing!
Ga in tweetallen aan een tafel zitten en schrijf op papier eerst voor jezelf de volgende vragen op:
1. Welke 3 manieren motiveren jou het meeste?
2. Welke 3 manieren werken totaal niet bij jou?

Bespreek in 3 minuten om de beurt met je tweetal.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

wat vind je lastig?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide

Onze klas is een
A
Primaire groep
B
Secundaire groep

Slide 34 - Quizvraag

Onze klas is een
A
Taak (werk) groep
B
Procesgroep

Slide 35 - Quizvraag

De cliëntengroep op je werk is een
A
formele groep
B
informele groep

Slide 36 - Quizvraag

In hoeverre is jullie groep homogeen/heterogeen

Slide 37 - Woordweb

Homogene groep
Heterogene groep
We volgen een opleiding
We zijn van hetzelfde geslacht
We zitten in dezelfde levensfase
We werken in de gehandicaptenzorg

Slide 38 - Sleepvraag