Groepsdynamiek

Wat is een groep?
1 / 30
volgende
Slide 1: Woordweb
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat is een groep?

Slide 1 - Woordweb

Waar maak jij deel van uit?
Tot welke groepen behoor jij?

Slide 2 - Tekstslide

wat vind je lastig in groepsdynamica?

Slide 3 - Woordweb

Tuckman
Hij onderscheidt vijf fasen:
Vormfase. In deze fase leren groepsleden elkaar kennen. In deze beginfase stellen groepsleden zich meestal afwachtend op.
Stormfase. In deze fase vormen zich de verhoudingen binnen de groep. Wie hebben (veel) contact met wie, wie is de informele leider, wie is meeloper en wie loopt het risico de zondebok te worden?
Normfase. In deze fase worden de groepsnormen duidelijk. De groep begint een duidelijke eigen identiteit te ontwikkelen. Groepsleden kunnen ‘hun’ groep bijvoorbeeld typeren als een leuke, gezellige groep.








Slide 4 - Tekstslide

Tuckman

Prestatiefase. In deze fase kan de groep zich volop richten op de taak waarvoor zij samen staan. Groepsleden weten wat er van hen verwacht wordt, wat de geschreven en ongeschreven regels zijn. Groepsleden werken samen om de gestelde doelen te bereiken.
Afscheidsfase. In deze fase rondt de groep de taak af en gaat de groep weer uit elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is een primaire groep
Een primaire groep is die groep die het belangrijkste voor een persoon is. B.v. gezin

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een secundaire groep?
Een secundaire groep is een groep waarbij een koele wat meer afstandelijk met elkaar wordt omgegaan. B.v. ziekenhuis afdeling

Slide 8 - Tekstslide

Onze klas is een
A
Primaire groep
B
Secundaire groep

Slide 9 - Quizvraag

Taak (werk) groep
Uitvoeren van een taak staat centraal
Bijvoorbeeld begeleider in de gehandicaptenzorg

Slide 10 - Tekstslide

Procesgroep
Hierbij ligt de nadruk op het proces wat in de groep plaatsvindt
Bijvoorbeeld trainingsgroep, therapiegroep

Slide 11 - Tekstslide

Onze klas is een
A
Taak (werk) groep
B
Procesgroep

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een formele groep?
Bij een formele groep is een structuur vastgesteld. B.v. vergaderingen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een informele groep?
Een informele groep ontstaat meestal spontaan. B.v. op vakantie bij sport en spel.

Slide 14 - Tekstslide

De cliëntengroep op je werk is een
A
formele groep
B
informele groep

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een homogene groep?
Homogeen betekend onderlinge overeenkomsten. B.v. vrouwen praatgroep.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een heterogene groep?
Heterogeen wijst op onderlinge diversiteit. B.v. vrouwen en mannen praatgroep

Slide 17 - Tekstslide

In hoeverre is jullie groep homogeen/heterogeen

Slide 18 - Woordweb

Wat is een open groep
laten snel nieuwe leden toe. Staan open voor nieuwe ideeën.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een gesloten groep
Gesloten = laten niet zo makkelijk nieuwe mensen toe. Er is sprake van sterke saamhorigheid.

Slide 20 - Tekstslide

In- en outgroup
Wordt ook wel aangeduid als "wij"en "zij" groep.
 Bijvoorbeeld Ajax tegenover Feyenoord.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

In hoeverre herken je dit?
Waar staan jullie als groep?
Waar bevind je bewonersgroep zich?

Slide 24 - Tekstslide

Groep met sterke en zwakke cohesie
Het groepskenmerk cohesie staat voor ‘onderlinge samenhang’. Voelen groepen zich tot elkaar aangetrokken of juist niet. Hoe groter de groep hoe zwakker de cohesie. Sub groepen kunnen de cohesie ondermijnen. ‘Bondjesvorming’.

Slide 25 - Tekstslide

Groepsnormen en groepswaarden 
Normen kunnen gezien worden als een maatstaf voor gedrag; regels die beschrijven waaraan de groep zich behoort te houden.
Waarde is iets waar je betekenis aan toekent. B.v. studie is waardevol, het heeft nut.

Slide 26 - Tekstslide

Functies van groepsnormen
  • Ze werken ordenend en stabiliserend;
  • Geven basis om samen te werken en duidelijkheid over hoe taken moeten worden aangepakt;
  • Ze bieden voorspelbaarheid en zekerheid;
  • Houden de groepseenheid in stand

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Hoe ga je in de praktijk om met een groep.......

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk voor de komende week
Je maakt van je groep cliënten een sociogram, je bepaalt zelf waarover dit sociogram gaat.
En je maakt een groeps-SWOT van je groep cliënten
Wanneer je op 2 woningen staat of je hebt diverse groepen binnen dagbesteding, maak je een keuze uit één van de groepen

Slide 30 - Tekstslide