In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
12.4 Een keuze maken
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we leren?
schattend rekenen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe noemen we een graaf waarin eenrichtingswegen voorkomen?
Slide 3 - Open vraag
Een volwassen persoon is ongeveer ... meter lang
A
1,50
B
1,60
C
1,80
D
2,00
Slide 4 - Quizvraag
Je wandelt ongeveer ... km per uur
A
10
B
8
C
6
D
4
Slide 5 - Quizvraag
Een stap van een volwassene is ongeveer ... cm
A
1
B
50
C
10
D
100
Slide 6 - Quizvraag
Je fietst ongeveer ... km per uur
A
6
B
18
C
10
Slide 7 - Quizvraag
b
Dit is een deel van de binnenstad in Utrecht. Met Koningsdag is er o.a. een Vrijmarkt. De straten waar de Vrijmarkt is toegestaan, zijn groen gekleurd.
Emre staat in de Breedstraat bij evenement B en moet naar het toilet. Zal hij naar het toilet bij D of bij N gaan?
Slide 8 - Tekstslide
b
Dit is een deel van de binnenstad in Utrecht. Met Koningsdag is er o.a. een Vrijmarkt. De straten waar de Vrijmarkt is toegestaan, zijn groen gekleurd.
Emre staat in de Breedstraat bij evenement B en moet naar het toilet. Zal hij naar het toilet bij D of bij N gaan?
De toiletten bij D liggen dichterbij, maar het is waarschijnlijk sneller om naar N te gaan, omdat het daar minder druk is.
Slide 9 - Tekstslide
b
Dit is een deel van de binnenstad in Utrecht. Met Koningsdag is er o.a. een Vrijmarkt. De straten waar de Vrijmarkt is toegestaan, zijn groen gekleurd.
Van evenement N naar evenement J is het 450m lopen. Door de drukte doet Hugo hier een kwartier over.
Bereken hoe snel Hugo gemiddeld loopt. Geef je antwoord in km per uur.
Slide 10 - Tekstslide
b
Dit is een deel van de binnenstad in Utrecht. Met Koningsdag is er o.a. een Vrijmarkt. De straten waar de Vrijmarkt is toegestaan, zijn groen gekleurd.
Van evenement N naar evenement J is het 450m lopen. Door de drukte doet Hugo hier een kwartier over.
Bereken hoe snel Hugo gemiddeld loopt. Geef je antwoord in km per uur.
450 : 15 x 60 = 1800m
Hugo loopt gemiddeld 1,8 km per uur.
Slide 11 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Hoeveel bekertjes denk je dat ze uit één liter smoothie kunnen halen?
Slide 12 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Hoeveel bekertjes denk je dat ze uit één liter smoothie kunnen halen?
Eén bekertje heeft ongeveer een inhoud van 200mL
1 L = 1000 mL
Ze kunnen ongeveer vijf bekertjes uit één liter smoothie halen.
Slide 13 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Hoeveel smoothies verwacht je dat ze tijdens de vrijmarkt zullen verkopen?
Slide 14 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Hoeveel smoothies verwacht je dat ze tijdens de vrijmarkt zullen verkopen?
Ze kunnen maximaal 20 x 5 = 100 bekertjes verkopen
Slide 15 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
De vader van Simone sponsort de inkopen voor de smoothie. Hoeveel denk je dat Maartje en Simone verdienen als ze alle smoothies verkopen?
Slide 16 - Tekstslide
Maartje en Simone verkopen smoothies op de vrijmarkt. Ze hebben 20 liter aardbei-limoensmoothie klaargemaakt. Ze rekenen €1,25 per smoothie.
Maartje en Simone willen weten hoeveel ze kunnen verdienen.
Stel ze verkopen 100 bekertjes:
100 x 1,25 = €125,-
Ze verdienen €125,- als ze alle smoothies verkopen.