Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
M2, 3.7 en 3.8 (grammatica en spelling)
Welkom!
- Log alvast in op de LessonUp, de code staat links.
- Pak alvast een pen en je agenda.
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
- Log alvast in op de LessonUp, de code staat links.
- Pak alvast een pen en je agenda.
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
Stationsklok
B
Waterfles
C
Onaardig
D
Rotterdamse
Slide 2 - Quizvraag
Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
Gebeurt
B
Inactief
C
Werkwoord
D
Maken
Slide 3 - Quizvraag
Doel van de les:
Je leert wat een afleiding is;
Je leert 25 nieuwe woorden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Maak een zin met het woord 'constateren'. (Je mag de vorm van het woord aanpassen)
Slide 6 - Open vraag
Maak een zin met het woord 'hilariteit'.
Slide 7 - Open vraag
Weektaak
3.7 1 t/m 9
3.8 1 t/m 10
Leren LessonUp's voor de toets (dinsdag 17 januari)
Lees je boek
Slide 8 - Tekstslide
Weektaak
3.5 1 t/m 13
3.7 1 t/m 9
Leren LessonUp's voor de toets (dinsdag 17 januari)
Lees je boek
Slide 9 - Tekstslide
Doel van deze week, je leert...
- het meewerkend voorwerp vinden in de zin.
- het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en ont-;
- hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden;
- wanneer je hoofdletters gebruikt;
- tien dicteewoorden.
Slide 10 - Tekstslide
Weektaak
3.5 1 t/m 13
3.7 1 t/m 9
Leren LessonUp's voor de toets (dinsdag 17 januari)
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde in onderstaande zin?
Nederlandse scholen splitsen leerlingen in verschillende niveaus op.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het onderwerp in onderstaande zin?
Mijn neefje heeft vorige week zijn verjaardag gevierd.
Slide 13 - Open vraag
Meewerkend voorwerp
Slide 14 - Tekstslide
Volgorde zinsontleding
1. Zoek de persoonsvorm
2. Zet zinsdeelstrepen
3. Zet WG boven het werkwoordelijk gezegde.
4. Zet O boven het onderwerp (wie/wat+WG)
5. Zet LV boven het lijdend voorwerp (wie/wat+WG+O)
6. Zet MV boven het meewerkend voorwerp (aan/voor+wie/wat+WG+O)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Met welke vraag kun je het meewerkend voorwerp vinden?
A
wie/wat + WG
B
wie/wat + WG + O
C
aan/voor + wie/wat + WG + O
D
Waarom + wie/wat + O
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Hij heeft haar een gouden ring gegeven.
A
hij
B
haar
C
een gouden ring
D
heeft gegeven
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
De caissiére gaf mij mijn geld terug.
A
De caissiére
B
mij
C
mijn geld
D
gaf terug
Slide 20 - Quizvraag
Welkom!
- Log alvast in op de LessonUp, de code staat links.
- Pak alvast een pen en een schrift erbij, of een blaadje.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Maar eigenlijk wil ik die vergeetachtige klasgenoot liever een advies geven.
A
Ik
B
die vergeetachtige klasgenoot
C
liever
D
een advies
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
Maar eigenlijk wil ik die vergeetachtige klasgenoot liever een advies geven.
A
Ik
B
die vergeetachtige klasgenoot
C
liever
D
een advies
Slide 23 - Quizvraag
Dictee!
Slide 24 - Tekstslide
Nakijken
De apotheek, de bibliotheek, enthousiast, de marathon, de mediatheek, het restaurant, de temperatuur, de theorie, thuiskomen, verticaal
Slide 25 - Tekstslide
Spelling
• het voltooid deelwoord van werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en ont-;
• hoe je een voltooid deelwoord maakt van splitsbare werkwoorden;
• wanneer je hoofdletters gebruikt;
• tien dicteewoorden.
Slide 26 - Tekstslide
Vorige week is hij (beginnen) ... met een vlog.
Slide 27 - Open vraag
De leerling heeft (antwoorden)... dat hij nog niet klaar was.
Slide 28 - Open vraag
's ochtends heeft meneer smit in de kalverstraat rondgelopen.
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Welk van deze woorden kun je splitsen?
geheimhouden - overvallen - stampvoeten - kennismaken
Slide 34 - Open vraag
Wij hebben dat (geheimhouden)... .
Slide 35 - Open vraag
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Welke zin is juist?
A
22 jongens hebben in de Kalverstraat gelopen.
B
's Morgens ben ik naar Nijmegen gefietst.
C
22 Jongens hebben in de Kalverstraat gelopen.
D
'S morgens ben ik naar Nijmegen gefietst.
Slide 39 - Quizvraag
Welk antwoord is juist?
A
meneer Van den Heuvel
B
meneer van den heuvel
C
meneer Van Den Heuvel
D
meneer van den Heuvel
Slide 40 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Les 3.7/3.8 Grammatica/Spelling
Maart 2021
- Les met
22 slides
Ne
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
De spelling van de werkwoorden
Mei 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
8 dagen geleden
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
Les 3.8 Spelling
Maart 2021
- Les met
18 slides
Ne
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
3.8 spelling les 1 2KGT
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
3.7 Grammatica les 2 2KGT
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
3.8. (splitbaar) voltooid deelwoord
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2