Welke woorden schrijf je aan elkaar?
* samenstellingen van drie woorden of minder: tuinman, zonnebril, bruinebonensoep;
* woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel: hierom, erachter, daarheen;
* getallen met honderd en duizend: vijfhonderd, zestienduizend;
* veel samengestelde werkwoorden: autorijden, goedkeuren, koffiedrinken, losmaken, pianospelen, maar: koffie schenken, gitaar spelen;
* veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: veeleisend, dichtbevolkt, stomverbaasd