H4: Voorkennis/ Procenten - 2M - mvr Donkers

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H4
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet welke standaardbreuken, decimale getallen 
en procenten bij elkaar horen.
  
Je kent de procententabel en kunt hiermee procenten,
danwel aantallen uitrekenen.

Je kent de afspraak "percentages ronden we af op één decimaal".

Je kunt uitrekenen hoeveel procent de toename is
als je de toename in aantallen weet, en andersom.


H4: Statistiek

VK: Procenten
1.  Toename en afname       in procenten
2.  Beeldiagram en               staafdiagram
3.  Lijndiagram en                 cirkeldiagram
4.  Turftabel, histogram        en steelbladdiagram
5.  Centrummaten

Slide 2 - Tekstslide

Welke is een decimaal getal?
A
12%
B
43
C
0,8
D
0,8%

Slide 3 - Quizvraag

Welke horen bij elkaar?
Verschuif deze kant.
10%
25%
50%
100%
66,7%
1
2/3
0,1
1/2
1/4

Slide 4 - Sleepvraag

Voorkennis H4: Procenten
De breuk         betekent eigenlijk 1 : 10. 
Als je dat schrijft als decimaal getal krijg je 0,1. 
De breuk is precies hetzelfde als het decimale getal, maar het is een andere manier om het op te schrijven.
101

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De breuk         en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd of van de honderd.

101

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De breuk         en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd of van de honderd.
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 
101

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
De breuk          en het decimale getal 0,1 zijn hetzelfde. 
Er hoort ook een percentage bij.
Het woord procent betekent per honderd, of  van de honderd. 
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 

1% =          ,  dus 10% =                           
1001
10010=101
101

Slide 8 - Tekstslide

Waar denk je aan bij procenten?

Slide 9 - Woordweb

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?

Slide 10 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
Konijnen

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
Konijnen

Slide 14 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
Konijnen

Slide 15 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
Konijnen

Slide 16 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
Konijnen

Slide 17 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen

Slide 18 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen

Slide 19 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
: 40

Slide 20 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
: 40

Slide 21 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
: 40
X 30
X 30

Slide 22 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
                                                                                      
                                                                                      100 : 40 × 30 = 
                                                                                      
                                                                                      
                                     
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 23 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
                                                                                      
                                                                                      100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                      
                                                                                      
                                     
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 24 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
                                                                                      
                                                                                      100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                      
                                                                                      
                                     
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
75

Slide 25 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
                                                                                      
                                                                                      100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus 75% van de konijnen is wit.
                                                                                      
                                     
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
75

Slide 26 - Tekstslide

Voorkennis H4: Procenten
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij sommen over procenten gebruiken we een procententabel.
                                                                                      
                                                                                      100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus 75% van de konijnen is wit.
                                                                                       De eigenaar heeft geen gelijk.
                                     
aantal konijnen
40
30
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30
75

Slide 27 - Tekstslide

Online huiswerk inleveren

Weektaak

Foto's uploaden

Opdracht via teams




Week 1
Andere opdrachten

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk week 1

Maken van H5:

Herhaling blz. 61 - 66: opg. 1 t/m 6, 11 t/m 15, 17, 18, 19

Maken van H4:

Voorkennis blz. 194-195: opg. 1 t/m 7
Paragraaf 4.1  blz  196 - 198: opg. 1 t/m 9 en E198

Nakijken en verbeteren:

Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt











Note to self
Boek deel 1!
Boek deel 2!

Slide 29 - Tekstslide

Nog vragen over hoofdstuk 5?
Zet het in de chat!

Slide 30 - Tekstslide