les 1: Voorkennis H1 / Breuken en procenten - 3K



● Procenten
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: procenten
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
%
%
%
%
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



● Procenten
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: procenten
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
in je tas.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
%
%
%
%

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen
Je kunt rekenen met procentuele stijging en procentuele daling
Je kunt rekenen met procentuele toename en afname

Je kunt rekenen met procenten en grote getallen
Je kunt terugrekenen naar 100%
Je kunt de oude situatie berekenen na een stijging en een daling
Je kunt het promillage berekenen
Je kunt rekenen met promille

H1: Procenten
VK. Procenten
1.1. Percentage gegeven
1.2 Procentuele toename en afname
1.3 Procenten en grote getallen
1.4 Terugrekenen naar 100%
1.5 Promille
1.6 Exponentiële formule


Slide 2 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
Konijnen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
Konijnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
Konijnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
Konijnen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
: 40
X 30
X 30

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       
                                                                                     
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus 75% van de konijnen is wit.
                                                                                     
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
In de dierenwinkel zijn 40 konijnen. De eigenaar zegt: "70% van de konijnen zijn wit."
30 konijnen zijn helemaal wit, de rest heeft een andere kleur. Heeft de eigenaar gelijk?
Bij dit soort sommen gebruiken we een procententabel.
                                                                                       100 : 40 × 30 = 75.
                                                                                       Dus, 75% van de konijnen is wit.
                                                                                       De eigenaar heeft geen gelijk.
                                     
aantal konijnen
40
30
?
1
x
Konijnen
: 40
X 30
: 40
X 30

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt rekenen met procentuele stijging en procentuele daling
Je kunt rekenen met procentuele toename en afname

Je kunt rekenen met procenten en grote getallen
Je kunt terugrekenen naar 100%
Je kunt de oude situatie berekenen na een stijging en een daling
Je kunt het promillage berekenen
Je kunt rekenen met promille

H1: Procenten
VK. Procenten
1.1. Percentage gegeven
1.2 Procentuele toename en afname
1.3 Procenten en grote getallen
1.4 Terugrekenen naar 100%
1.5 Promille
1.6 Exponentiële formule


Slide 17 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Huiswerk
Maken:
Voorkennis H1 en 
daarna 1.1. volgens je eigen leerroute

Nakijken:
Huiswerk van H1 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies