Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling herhalen
Herhalen spelling
Hoe spel je de tegenwoordige tijd?
• Hoe herken ik een voltooid deelwoord?
• Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord ( zo kort mogelijk!)
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhalen spelling
Hoe spel je de tegenwoordige tijd?
• Hoe herken ik een voltooid deelwoord?
• Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord ( zo kort mogelijk!)
Slide 1 - Tekstslide
Dat (vinden).....tt je vast zielig voor dat beestje!
Slide 2 - Open vraag
Na (douchen) te hebben, was ik weer (opfrissen) voltooid dw.
Slide 3 - Open vraag
werkwoorden: De kreeft (worden)......tt opgegeten door de haai.
Slide 4 - Open vraag
tt:
Zij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 5 - Quizvraag
(Worden) je broer ook lid van
de hockeyclub?
Slide 6 - Open vraag
De jongen (bewaren) de spullen
op zolder.
Slide 7 - Open vraag
Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t kofschip
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort op de ..... ?
"ik ........ deze taalquiz heel leuk"
timer
0:30
A
vinden
B
vind
C
vindt
D
vonden
Slide 9 - Quizvraag
Juiste spelling voltooid deelwoord.
De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de vt (ik vorm) van kiezen?
A
kieste
B
koos
C
kiesde
D
kiezte
Slide 11 - Quizvraag
Wat is goed?
Hij (gooien) .......... (v.t.) de bal.
A
gooi
B
gooit
C
gooite
D
gooide
Slide 12 - Quizvraag
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald
Slide 13 - Quizvraag
Noem voorbeelden van een voltooid deelwoord.
Slide 14 - Open vraag
Hij (binden) het touw stevig vast
A
bindt
B
bind
C
bint
D
bin
Slide 15 - Quizvraag
bijvoeglijk gebruikt volt. dw
1. zo kort mogelijk
2. maar de uitspraak mag niet veranderen
3. als het voltooid deelwoord einidgt op -en, dan ook wanneer het bijvoeglijk gebruikt wordt
Slide 16 - Tekstslide
Welke vorm hoort op de puntjes?
De .........toren staat op de monumentenlijst
A
verlichten
B
verlichte
C
verlichtte
D
verlichtten
Slide 17 - Quizvraag
Welke vorm hoort op de puntjes te staan?
Hij hing de .......foto boven de bank
A
vergroten
B
vergrootte
C
vergrote
D
vergroote
Slide 18 - Quizvraag
Welke vorm hoort op de puntjes te staan?
De ....cake verspreidde een heerlijke geur
A
B
gebakke
C
gebake
D
gebakte
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling werkwoordsvormen en bezitsvorm leerjaar 1 KGT
Maart 2020
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
11 maart KM2A
Maart 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
Spelling herhalen
Maart 2021
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1,2
werkwoordspelling
September 2022
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Spelling herhalen leerjaar 1 h/v
Maart 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
werkwoordspelling
Maart 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling ww-spelling en bezits 's'
December 2019
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling ww-spelling en bezits 's'
December 2019
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2