Les 1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Planning
  • Bespreken practicum
  •  Nakijken
  • 1.3 Zuivere stoffen en mengsels
  • Opgaven maken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Bespreken practicum
  •  Nakijken
  • 1.3 Zuivere stoffen en mengsels
  • Opgaven maken

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken practicum

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken: 3 t/m 13
Blz 22 t/m 26

Slide 3 - Tekstslide

3
  • Condenseren
  • Verdampen
  • Smelten
  • Stollen
  • Rijpen
  • Sublimeren 

Slide 4 - Tekstslide

4
  • a. Vaste fase
  • b. In de gasvormige fase 

Slide 5 - Tekstslide

5
  • a. Groter, kleiner
  • b. Groter, kleiner

Slide 6 - Tekstslide

6
  • a. Niet waar: de aantrekkingskracht is groot genoeg om moleculen dicht bij elkaar te houden. 
  • b. Waar: elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
  • c. Niet waar: de moleculen trillen. 
  • d. Niet waar: sublimeren is een fase-overgang. 
  • e. Waar: de afstand tussen moleculen is groot. 

Slide 7 - Tekstslide

7
  • Er is géén sprake van een faseovergang. 
  • De stof is veranderd (er is een nieuwe stof ontstaan), je kan het rauwe eiwit na afkoelen niet terug krijgen.  

Slide 8 - Tekstslide

8
  • a. Verhitten: er komt dan een faseovergang (namelijk smelten: vast--> vloeibaar)
  • b. Aantrekkingskracht neemt af. 

Slide 9 - Tekstslide

9
  • a. Gasvormige fase
  • b. Verdampen (vloeibaar --> gas)

Slide 10 - Tekstslide

10
  • a. Faseovergang: stollen (vloeibaar --> vast)
  • b. Scheikundige reactie: er ontstaat een nieuwe stof die melk zuur laat smaken. 
  • c. Faseovergang: verdampen (vloeibaar --> gas)
  • d. Faseovergang: verdampen (vloeibaar --> gas)
  • e. Scheikundige reactie: er ontstaan nieuwe stoffen, de appel krijgt andere kleur/geur/smaak

Slide 11 - Tekstslide

11
  • C

Slide 12 - Tekstslide

12
  • niet
  • wel
  • niet
  • wel

Slide 13 - Tekstslide

13
  • A

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3 zuivere stoffen en mengsels
  • Je kunt beschrijven dat een zuivere stof uit één soort moleculen bestaat.
  • Je kunt beschrijven dat een mengsel uit meerdere soorten moleculen bestaat.
  • Je kunt uitleggen dat een zuivere stof tijdens zijn faseovergang niet van temperatuur verandert.
  • Je kunt uitleggen dat een mengsel tijdens zijn faseovergang van temperatuur verandert.
  •  Je kunt verschillende zuivere stoffen en mengsels noemen. 

Slide 15 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Zuivere stof: wanneer de stof uit alleen maar één soort stof/moleculen bestaat.
  • Mengsel: een stof dat uit twee of meerdere soorten stoffen/moleculen bestaat.


Slide 16 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een zuivere stof en/of een mengsel
(typ erbij of je denkt dat het een zuivere stof of een mengsel is)

Slide 17 - Woordweb

Zuivere stof en mengsel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zuivere stof

  • Smeltpunt
  • Stolpunt
  • Kookpunt
Mengsel

  • Smelttraject
  • Stoltraject
  • Kooktraject

Slide 20 - Tekstslide


  • bestaat uit 1 soort moleculen
  • dus smeltpunt (=stolpunt) + kookpunt 
  • temperatuur constant bij faseovergang


  • bestaan uit meerdere soorten moleculen
  • dus een smelt- en kooktraject
  • temperatuur niet constant bij faseovergang
            Zuivere stoffen                         Mengsels               

Slide 21 - Tekstslide

Welke faseovergang vind hier plaats?
A
Stollen
B
Koken (verdampen)
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 22 - Quizvraag

Is deze diagram van een zuivere stof of mengsel
A
Dit is een stoltraject en dus van een zuivere stof
B
Dit is een stolpunt en dus van een zuivere stof
C
Dit is een stolpunt en dus van een mengsel
D
Dit is een stoltraject en dus van een mengsel

Slide 23 - Quizvraag

Is deze diagram van een zuivere stof of mengsel
A
Dit is een smelttraject en dus van een zuivere stof
B
Dit is een smeltpunt en dus van een zuivere stof
C
Dit is een smeltpunt en dus van een mengsel
D
Dit is een smelttraject en dus van een mengsel

Slide 24 - Quizvraag

Wat stelt het diagram hiernaast voor?
A
Vaste stof, zuivere stof, dat gaat smelten
B
Vaste stof, mengsel, dat gaat smelten
C
Vloeistof, zuivere stof, dat gaat stollen
D
Vloeistof, mengsel, dat gaat stollen

Slide 25 - Quizvraag

Wat stelt het diagram hiernaast voor?
A
Vaste stof, zuivere stof, dat gaat smelten
B
Vaste stof, mengsel, dat gaat smelten
C
Vloeistof, zuivere stof, dat gaat stollen
D
Vloeistof, mengsel, dat gaat stollen

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Maken 3 t/m 9 (7b hoeft niet)
Blz 31 t/m 34

Slide 28 - Tekstslide

3
  • a. blijft de temperatuur gelijk 
  • b. verandert de temperatuur
  • c. stoltraject
  • d. kooktraject

Slide 29 - Tekstslide

4
  • a. vloeistof
  • b. vast én vloeistof
  • c. vast
  • d. Je ziet een stolpunt, want de temperatuur is tijdens het stollen constant. Dus is het een zuivere stof, dus is er maar één soort molecuul aanwezig. 

Slide 30 - Tekstslide

5
  • a. C
  • b. Je ziet een smelttraject, want de temperatuur stijgt tijdens het smelten. Dus is het een mengsel, dus zijn er meerdere soorten moleculen. 

Slide 31 - Tekstslide

6
  • E

Slide 32 - Tekstslide

7

Slide 33 - Tekstslide

8

Slide 34 - Tekstslide

9
  • a. D
  • b. C

Slide 35 - Tekstslide