Herhaling hoofdstuk 8 / tijdvak 8

Afronding hoofdstuk 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afronding hoofdstuk 8

Slide 1 - Tekstslide

Lees het fragment.
Krachtige medewerking in de geest van de vredesnota van Zijne Heiligheid de Paus met streven naar geleidelijke internationale ontwapening. (…) 3 Bevordering van maatregelen tot verheffing van het zedelijk leven bij landen zeemacht.

Het komt uit een rooms-katholiek, liberaal of socialistisch verkiezingsprogramma.
Toon aan bij welke politieke stroming dit fragment past.

Slide 2 - Open vraag

In 1873 werd gedebatteerd over een wetsvoorstel van Samuel van Houten om fabrieksarbeid door kinderen jonger dan 12 jaar te verbieden. Sommige liberale tegenstanders van zijn voorstel meenden dat dit verbod in strijd was met hun visie op de taak van de overheid. Zij betoogden ook dat de leefomstandigheden van arbeidersgezinnen zouden verslechteren door deze wet.
Licht de bezwaren van deze tegenstanders toe door aan te geven:
- bij welk kenmerkend aspect van de negentiende eeuw het
wetsvoorstel van Van Houten past

Slide 3 - Open vraag

In 1873 werd gedebatteerd over een wetsvoorstel van Samuel van Houten om fabrieksarbeid door kinderen jonger dan 12 jaar te verbieden. Sommige liberale tegenstanders van zijn voorstel meenden dat dit verbod in strijd was met hun visie op de taak van de overheid. Zij betoogden ook dat de leefomstandigheden van arbeidersgezinnen zouden verslechteren door deze wet.
Licht de bezwaren van deze tegenstanders toe door aan te geven:
- welke visie de liberale tegenstanders van Van Houten hadden op de
taak van de overheid en

Slide 4 - Open vraag

In 1873 werd gedebatteerd over een wetsvoorstel van Samuel van Houten om fabrieksarbeid door kinderen jonger dan 12 jaar te verbieden. Sommige liberale tegenstanders van zijn voorstel meenden dat dit verbod in strijd was met hun visie op de taak van de overheid. Zij betoogden ook dat de leefomstandigheden van arbeidersgezinnen zouden verslechteren door deze wet.
Licht de bezwaren van deze tegenstanders toe door aan te geven:
- waardoor de leefomstandigheden van arbeidersgezinnen zouden
kunnen verslechteren door deze wet.

Slide 5 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Leg uit:
- bij welke politiek-maatschappelijke stroming de maker van deze afbeelding waarschijnlijk hoort
- wat de boodschap van de tekenaar is
Gebruik in beide onderdelen bronelementen.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de naam van het tijdvak? Vul aan: de tijd van

Slide 7 - Open vraag

Bij welke eeuw hoort de tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e
B
18e
C
19e
D
20e

Slide 8 - Quizvraag

De tijd van Burgers en Stoommachines hoort bij de .. tijd (naam van periode)

Slide 9 - Open vraag

Noteer het kenmerkend aspect dat het beste in verband kan worden gebracht met De Verlichting (tijdvak 7)

Slide 10 - Open vraag

Welke groep speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de Industriële Revolutie?
A
Handelskapitalistische ondernemers
B
Boeren
C
Werkers in de thuisnijverheid
D
De bourgeoisie

Slide 11 - Quizvraag

De periode na 1890 noemen we ook wel de
A
Tweede Industriële Revolutie
B
Derde Industriële Revolutie
C
De Roaring Nineties
D
De Grote Doorbraak

Slide 12 - Quizvraag

Ik wil graag dat alles blijft bij het oude, het liefst zou ik teruggaan naar hoe het vroeger was.
A
Confessioneel
B
Conservatief
C
Communistisch
D
Consequent

Slide 13 - Quizvraag

Ik vind dat de staat niet verantwoordelijk is voor het oplossen van het armoedeprobleem in de samenleving.
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialistisch
D
Nationalistisch

Slide 14 - Quizvraag

Volgens dit kiesrecht, mag alleen een kleine groep mensen stemmen.
A
Passief kiesrecht
B
Censuskiesrecht
C
Budgetkiesrecht
D
Actief kiesrecht

Slide 15 - Quizvraag

In welk land is de revolutie van 1848 het minst goed geslaagd
A
Engeland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 16 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat een emancipatiebeweging is en geef een voorbeeld uit de 19e eeuw + een hedendaags voorbeeld.

Slide 17 - Open vraag

De schoolstrijd ging om:
A
Het recht om speciale scholen te stichten
B
Het recht om bijzondere scholen te stichten
C
Het betalen van de overheid voor alle scholen, ook speciale scholen
D
Het betalen van de overheid voor alle scholen, ook bijzondere scholen

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin is juist
A
De sociale kwestie ontstond in de 19e eeuw in steden
B
De sociale kwestie ging over slechte werkomstandig-heden van de elite
C
Voor de 19e eeuw bestonden er nauwelijks slechte werkomstandigheden
D
De sociale kwestie moest volgens de confessionelen worden opgelost door de regering

Slide 19 - Quizvraag

Het kinderwetje van Van Houten (1874) zorgde ervoor dat er geen kinderarbeid meer plaatsvond.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waarom was de Duitse moord op de Herero en de Nama (1904) een bijzondere gebeurtenis in de wereldgeschiedenis?

Slide 21 - Open vraag

Welke verklaring voor het Modern Imperialisme is juist?
A
Europese landen wilden graag producten zoals suiker en koffie
B
Europese landen wilden een nieuwe afzetmarkt aanboren
C
Europese landen wilden graag kolonies om hun macht te kunnen tonen
D
Europese landen wilden graag weten hoe de wereld in elkaar zat

Slide 22 - Quizvraag

Noteer zo concreet mogelijk de vragen die je nog hebt over hoofdstuk acht. Je kunt ook werkboekopdrachten benoemen die je wilt bespreken.

Slide 23 - Open vraag