Fase 2, MSR, les 1 voorbereiding examen schrijven

Fase 2, MSR, les 1 voorbereiding examen schrijven
- uitleg doelen les
- schrijfexamen 2F
- zakelijk e-mail instructie 
- instructie opdracht
- extra uitleg spelling d's en t's

Niet nodig? Aan het werk met de schrijfopdracht

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fase 2, MSR, les 1 voorbereiding examen schrijven
- uitleg doelen les
- schrijfexamen 2F
- zakelijk e-mail instructie 
- instructie opdracht
- extra uitleg spelling d's en t's

Niet nodig? Aan het werk met de schrijfopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
  • weet ik de eisen van het schrijfexamen
  • heb ik geoefend met lastige spellingskwesties en zijn de spellingsregels opgefrist
  • heb ik fouten herkend in een tekst en verbeterd
  • ken ik de regels van de d's en t's

Slide 2 - Tekstslide

Instellingsexamen Schrijven 2F
Jij plant hem zelf in bij Supersaas in overleg met Tamar
  • Kom op tijd! ID kaart
  • Uitnodiging via de schoolmail
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitslag, herkansing

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken van het examen
  • 2-3 schrijfopdrachten
  • brief, e-mail, verslag(van een gesprek), formulier, kort bericht(nieuwsbrief), reactie met jouw mening (standpunt) en argumenten op een artikel

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke brief en e-mail
De klachten e-mail of klachtenbrief
Informatie e-mail of informatiebrief
De sollicitatie e-mail of sollicitatiebrief
Een zakelijke e-mail naar de sportschool om je abonnement op te zeggen
En zakelijke e-mail naar een klant van het bedrijf waar je werkt
Verkoop e-mail
Betalingsherinnering


Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke brief of e-mail
Geachte heer/mevrouw,

Naar aanleiding van uw vacature….
Naar aanleiding van ons telefoongesprek….
Naar aanleiding van uw mail…..
  

Met vriendelijke groet,

Voornaam en achternaam
functie 
Denk aan de witregels!


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Brief VS e-mail
- een brief heeft een adressering en een dagtekening
(je eigen naam en adres) Tamar Berends
Parkweg 4B
3842 AD Harderwijk

Harderwijk (eigen woonplaats), 30 november 2024

(geadresseerde)Sportcomplex Iedema
Parkweg 6
3842 AD Harderwijk  

Slide 8 - Tekstslide

Extra oefening en instructie werkwoordspelling

Niet nodig?
Aan het werk met de schrijfopdracht in Teams bij het kanaal Nederlands (les 1) Schrijf een zakelijke brief of e-mail. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stam VS ik-vorm
Stam werkwoord (gebruik je om woorden goed te vervoegen)
 hele werkwoord – en
Bijv. worden, beloven


Ik- vorm (gebruik je bij de schrijfwijze van de werkwoorden)

 Ik beloof (stam= belov)

Slide 13 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik-vorm(i.p.v. stam)+ t (behalve bij ‘ik’ervoor of ‘jij/je’ erachter
(als je ‘je’ kunt vervangen voor ‘jij’ schrijf je alleen de stam)
OF
Werkwoord ‘lopen’ invullen

Hij (worden) morgen 39 jaar
Hij loopT morgen 39 jaar
Hij wordT morgen 39 jaar

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen

Zij (vinden) dat geen goed idee
(worden) je vader morgen opgehaald? 

Slide 15 - Tekstslide

Verleden tijd
Eindigt de laatste letter van de stam op een letter die in het hulpwoord zit? Dan schrijf je een t(te(n)
‘t ex kofschip
‘t ex-fokschaap
xtc-koffeshop 
1. Hij (verhuizen) gisteren naar Zwolle
2. Zij (beloven) vorige week aan hen dat het goed kwam

Slide 16 - Tekstslide

Verleden tijd: voltooid deelwoord
- begint altijd met ge, be, ver
- er staat een vorm van hebben of zijn in de zin vooraf.
Bijv. Het had geregend (regenen)
 Hij was getreiterd vroeger(treiteren)

Gebruik 't ex koschip of 't ex fokschaap
Zij had hem gemist (missen)


Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Zijn er nog mensen … (uitnodigen) voor een bezoek aan het nieuwe gemeentehuis, dat morgen … (worden) … (openen).

De docent … (proberen) ons ervan te … (overtuigen), dat we toen onvoldoende nauwkeurig hadden … (werken).

Is een deel van de lading van het gestrande schip vanochtend … (aanspoelen) op de Engelse kust?

Slide 18 - Tekstslide