1F ch3 semaine 14 2023

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Préparation

Log in op lessonup.app                                 

Sur la table

-chromebook

-cahier d'activités 

-stylo

-weekplanner

chapitre 3

le collège bouge

mercredi, le 3 avril

Klassikaal: uitleg bezittelijk voornaamwoord (15 min)

Zelfstandig werken = alleen en in stilte  (20 min)

Afsluiting les = leerdoelencheck + afspraken toetsen (10 min)

Chapitre 3

Ik ken woorden en zinnen die te maken hebben met schooldagen  

Ik kan een tekst over school begrijpen 

Ik kan vertellen over schoolvakken en leraren 

Schrijf zoveel mogelijk vakken op in heet Frans

A: Qui est ton/ta prof de/d’ .....(noem een vak)?

A: Il/Elle est ............(noem een woord uit opdracht 21)?

B: C’est .....(noem de naam).

 B: Oui/Non, il/elle est ....(noem een woord uit opdracht 21).

marrant

enthousiaste  sympa

sévère

terrible  

nul

A: Tu aimes la géographie?

 

Quelle est ta matière préférée?

 Oui, j'aime la géographie.
 

Non, je n'aime pas la            géographie.

Le français est ma matière préféree.

Klassikaal: 24c en 25c

Boek open p. 119

au travail

M: blok F (verbeteren)
L: voca F

Fini?
- Opdracht 'emploi du temps'

- slim stampen voca E, F

Zelfstandig werken = alleen en in stilte (10 min)

semaine 14

M: blok H

L: grammaire H (slim stampen)

• Buts semaine 14:
• ik kan vertellen over welke vakken ik leuk vind en niet leuk vindt en waarom
• ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Boek open p. 124

Maak opdr. 30a

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon stylo.                            = Het is mijn pen 

Mon prof est sympa                    = Mijn leraar is aardig

Voilà ma copine.                         = Hier is mijn vriendin.

Je suis dans ma classe .           = Ik ben in mijn klas.

Je mange avec mes parents.  = Ik eet met mijn ouders. 

Je finis mes devoirs.                   = Ik maak mijn huiswerk af. 

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le frère           C'est mon frère.

La soeur         Voilà ma soeur.

Les parents          J'adore mes parents.

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

leer dit schema uit je hoofd

Voorbeelden: Traduis

1. Marc est mon frère.

2. Ce sont tes parents.

3. C'est sa maison. 

4. C'est notre voiture.

5. Ce sont vos livres.

6. Ils font leurs devoirs.

                              c'est = het is ........ ce sont = het zijn

Voorbeelden: Traduis

1. Marc is mijn broer.

2. Het zijn jouw ouders.

3. Het is zijn/haar huis

4. Het is onze auto.

5. Het zijn uw/jullie boeken

6. Zij maken hun huiswerk

Let op!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!

Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.

C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.

Hoeveel zinnen had je goed vertaald?

06

Blok H

M: opdr 30

heel blok H = huiswerk voor maandag 11 april

les matières 

• le français
• le néerlandais
• l'anglais
• la biologie
• l'histoire
• les maths
• la gym
• le dessin

BLOK G: OPDR 28

p. 123

spreekopdracht in duo's

madame 

monsieur

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre. (v)

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents.

1. ses
2. tes
3. nos
4. vos

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.

1. son
2. sa
3. ta
4. ton

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, Rue de Gare est ... (zijn) adresse (v).

1. ta
2. ton
3. sa
4. son

ik ken het schema van de bezittelijke voornaamwoorden

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden op de goede manier gebruiken

😒🙁😐🙂😃

Chapitre 3

• Ik ken woorden en zinnen die te maken hebben met schooldagen  

• Ik kan een tekst over school begrijpen 

• Ik kan vertellen over schoolvakken en leraren 

Geef antwoord:
Qui est ton prof de gym?

Il est terrible?

Chapitre 3

SO 12 april

L: voca E,F (p.129)

L: phrases-clés G (p.130)

L: grammaire H (p.131) 

Eindtoets 19 april

 L: voca A,B,E,F 

L: phrases-clés C.G  

L: grammaire D en H 

= p. 128 t/m 131