Paragraaf 2: Personages

Fictie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  • Herhalen
  • Lezen 
  • Lesdoel
  • Opdrachten maken
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen

Non-fictie: teksten over de werkelijkheid
(dus NIET verzonnen)

Slide 3 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen
leesboek, gedicht, stripverhaal
Non-fictie: echt gebeurde verhalen
krantenbericht, artikel, schoolboek, recepten, journaal

Slide 4 - Tekstslide

Fictie of non-fictie? Overleg in tweetallen.
timer
1:00

Slide 5 - Sleepvraag

Lesdoel
  • Ik kan mij inleven in een personage en uitleggen hoe een personage zich voelt. 

Slide 6 - Tekstslide

Personages
Personages kun je op drie verschillende manieren leren kennen:
- Door wat ze zeggen en doen;
- Door wat ze denken en voelen;
- Door wat andere over hen zeggen en denken;
- Het grootste gedeelte van het verhaal zie je door de ogen van de hoofdpersoon

Hoofdpersonen leer je vaak op alle drie de manieren kennen
Bijpersonen niet

Slide 7 - Tekstslide

Verschil in personages

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Wat betekent: personages
A
een boek waarin je dagelijks schrijft
B
personen in een verhaal
C
theatervoorstelling met liedjes en dans
D
van grote waarde

Slide 10 - Quizvraag

Welke soorten personages zijn er in een boek?
A
Hoofdpersonen
B
Bijpersonen
C
hoofd- en bijpersonen

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk


Maken: blz.  67 t/m 71
Opdracht 1 t/m 4


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide