In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Communicatie in de zorg
Leerdoelen periode 1.
1. Basis communicatietechnieken
Periode 1: 10 weken t/m week 44
Je kunt beschrijven wat effectieve communicatie inhoudt.
Je kunt uitleggen hoe je de boodschap van een ander goed waarneemt en interpreteert.
Je kunt uitleggen hoe je effectief luistert en communiceert.
Je kunt samenvatten hoe je verschillende gesprekstechnieken kunt toepassen.
Je kunt uitleggen hoe je om moet gaan met weerstand en lastige gesprekken voeren.
Je kunt samenvatten hoe je effectief social media en mail gebruikt in de communicatie.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Wat is volgens jou 'communicatie'
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Soorten communicatie
Kunnen jullie voorbeelden noemen?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De zender
Degene die communiceert; een persoon, een bedrijf of de overheid, hij/zij wil daarmee iets duidelijk maken
Slide 8 - Tekstslide
De zender heeft
een bepaald wereldbeeld:
'Ze moeten mij altijd hebben...'
'Take it while you can...'
'Wie goed doet, wie goed ontmoet...'
'Survival of the fittest...'
Slide 9 - Tekstslide
Wat is jouw motto?
Slide 10 - Woordweb
De zender heeft ook bepaalde normen:
Altijd eerlijk zijn,
met 2 woorden spreken,
respect voor ouderen,
een hand geven,
afspraak is afspraak,
wachten op je beurt
(een regel of verwachting over hoe wij ons in bepaalde situaties moeten gedragen)
Slide 11 - Tekstslide
De zender heeft ook bepaalde waarden:
Geluk en plezier
Geld verdienen
Gezondheid
Vrijheid
Respect
Vrijheid van meningsuiting
Liefde
Trouw
Behulpzaamheid
Geduld
Waarden zijn zaken die van waarde zijn, die het nastreven waardig zijn.
(Motivatie achter de norm)
Slide 12 - Tekstslide
Wat vind jij waardevol?
Slide 13 - Woordweb
Wereldbeeld
Normen
Waarden
Dat bepaalt hoe jij communiceert.
Slide 14 - Tekstslide
Maar, wat bepaalt jouw normen, waarden en wereldbeeld??! 👓
Slide 15 - Tekstslide
Tim en Tom gingen aan een glas voorbij. Pang zegt het glas, Tim en Tom zijn dood..
Slide 16 - Tekstslide
Oefening in groepjes van 3
Slide 17 - Tekstslide
Medium of boodschapdrager =
het hulpmiddel waarmee de boodschap wordt overgebracht
Slide 18 - Tekstslide
🍆 of 🍑of
Wat als de ontvanger van je appje jouw aubergine niet snapt? NOS
Slide 19 - Tekstslide
Ontvanger :
degene voor wie de boodschap bedoeld was.
Heeft eigen wereldbeeld, normen en waarden
Daarmee filter je de boodschap.
Slide 20 - Tekstslide
Resultaat: ruis
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Voorbeelden van interne ruis?
Slide 23 - Woordweb
Voorbeelden van externe ruis?
Slide 24 - Woordweb
Non-verbale communicatie
Gezichtsuitdrukking
Stem/ toonhoogte
Houding
Geur
Gebaren
Oogcontact
Emoticons
Slide 25 - Tekstslide
Verbale communicatie
Communicatie is met woorden (gesproken of geschreven) een boodschap overbrengen
Slide 26 - Tekstslide
Ok, wat zegt het woordenboek?
Een activiteit van een zender die de bedoeling heeft om naar een of meer ontvangers al dan niet met behulp van een medium een boodschap over te dragen teneinde bij die ontvangers iets te bewerkstelligen