Les 20 | Leesvaardigheid

Welkom, H3L!
Les 21 | Leesvaardigheid
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom, H3L!
Les 21 | Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

TOP-week
Lezen hoofdstuk 1 (p. 12-17) + hoofdstuk 2 (p. 44-51)

Maar: ook theorie  van vorige jaren
(zie p. 254-255)

Slide 2 - Tekstslide

Deze week
  • Vandaag: oefenen met leesvaardigheid 

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 - antwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 1
Samenhang in een tekst: tekstverbanden. 

Bijvoorbeeld: tegenstellend verband 
'Ik wil chocolade maar ik heb er geen.' 

Bijvoorbeeld: opsommend verband: 
'Ook drink ik graag thee.' 

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Chronologisch verband: gebeurtenissen in juiste volgorde
(vroeger, later, eerst, binnenkort, 1999, 5 januari, daarna, ...) 

Concluderend verband: conclusie na eerdere info in een tekst (dus, daarom, kortom, al met al, concluderend, ...) 

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Doel-middelverband: welk middel wordt gebruikt om een doel te bereiken? (opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van) 

Oorzakelijk verband: laat zien waardoor iets gebeurt (iemand wil dit niet) 
(doordat, daardoor, als gevolg van, dus, dankzij...)

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Redengevend verband: waarom doet of vindt iemand iets 
(omdat, daarom, dus, want, de reden is, dankzij) 

Samenvattend verband: aankondiging van samenvatting
(kortom, samengevat, met andere woorden, al met al)

Slide 9 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Toelichtend verband: extra informatie, vaak voorbeeld
(zoals, als, zo, denk aan, bijvoorbeeld, neem nou...)

Vergelijkend verband: verschil of overeenkomst
(in vergelijking met, als, evenals, zoals, beter, groter, minder, slechter, ...)

Slide 10 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden 
Oefenen: ga naar Classroom 
Klik op de oefenlink naar Quizlet 

Kies de modus 'Leren'. 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk volgende les

  • Neem je leesboek, je schrift en je boek mee
  • Maak opdracht 1 + 2 van H2, Lezen (pagina 44 en verder)

Slide 12 - Tekstslide