Blok 2 les 2 Observeren met een stappenplan

Les 2 Observeren met een stappenplan.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Observeren met een stappenplan.

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij het begrip:
'waarnemen'?
A
Altijd en overal
B
Zintuigen
C
Doelgericht
D
Meer dan alleen kijken

Slide 2 - Quizvraag

Noteer de 3 waarnemingsfouten:

Slide 3 - Open vraag

Definitie observeren:
Doelgericht, bewust en systematisch waarnemen van gedrag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Objectief
Subjectief
P. wiebelt met zijn been
N. is heel druk
K. is ongeïnteresseerd
F. gaapt
S. is vrolijk
T. draagt een bril

Slide 5 - Sleepvraag

Wat gaan we vandaag behandelen?
- korte terugblik op de vorige les.
 
- Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding & Ontwikkeling Hoofstuk 8 paragraaf 8.2

- huiswerk

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het lesdoel voor vandaag?
   
Aan het eind van de les kennen
jullie de stappen uit het stappenplan
voor een observatie.

Slide 7 - Tekstslide

                       Methodisch observeren:
 
  • Observeren met een stappenplan.
  • Een plan geeft je meer houvast.
  • Zorgt ervoor dat je niets over het hoofd ziet. 
  • Betrouwbaar resultaat. 
  • Iemand anders zal dan ook met hetzelfde resultaat komen. 

Slide 8 - Tekstslide

                       Het stappenplan
Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren.
Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op.
Stap 3: Schrijf de vraagstelling op.
Stap 4: Kies de observatiemethode en de hulpmiddelen. (8.3)
Stap 5: Voer de observatie uit.
Stap 6: Orden de gegevens.
Stap 7: Geef antwoord op de vraagstelling.
Stap 8: Rapporteer. (zie § 8.4)

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​








 
Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​
- Noem de aanleiding​
- De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
- Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​ (reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​








Slide 10 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​








 
Stap 3: Schrijf de vraagstelling op
Wat wil je precies te weten komen?!​


- Wie je gaat observeren.​
- Welk aspect van het gedrag je gaat observeren.​
- In welke situatie je gaat observeren (zie blz. 222).​​








Slide 11 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​









Stap 4: Kies de observatiemethode en de hulpmiddelen​ (Welke methode je kiest, hangt af van wat je wilt weten)​
  
- Hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld: stopwatch of laptop.​
- Observatieformulieren kun je vooraf maken.​
- Je kunt ook opname- apparatuur gebruiken.​
Maar let op:​
Voor video- en geluidsopnamen gelden voorwaarden.​






Slide 12 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​









Stap 5: Voer de observatie uit​

- Spreek van tevoren goed af wanneer je het gaat doen.​
 (Welke dag, tijdstip en waar je gaat observeren!)​
 - Tegelijk observeren en schrijven is moeilijk.​
 - Noteer waargenomen feiten:          objectief!


Slide 13 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​









Stap 6: Orden je gegevens​
 
- Verzamel opvallende dingen.​
- Kijk ook naar wat je niet had verwacht.​
- Schrijf een korte samenvatting van je observatie!


Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​









Stap 7: Geef antwoord op de vraagstelling​

- Interpreteren: betekenis geven aan geobserveerd gedrag (bij eenvoudige situatie, anders zorgteam!) 
- Je gebruikt observatiegegevens, achtergrondgegevens en de situatie.​
- Geef nooit een verklaring voor het gedrag.​
- Gebruik nooit woorden als altijd, erg, nooit.
- Haal er geen nieuwe informatie bij.​







Slide 15 - Tekstslide

Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren​

Noem de aanleiding​
De aanleiding kan positief of negatief zijn (zie blz. 221)​

Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op​
Bijvoorbeeld leeftijd van het kind, in welke groep het zit​
(reden → de les waar het gedrag zich voordoet)​
Schrijf vooraf alles op wat je nodig kunt hebben​
(of kind ziek is geweest, hobby’s, verhuizing, broers en zussen)​









Stap 8: Rapporteren (zie § 8.4)​

Zet nu alles in een verslag: het observatierapport.​







Slide 16 - Tekstslide

Bedenk een positieve aanleiding en een probleem als aanleiding voor een observatie passend bij jouw stage.

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk
Ga aan de slag met de opdrachten van 8.2 in je werkboek.


Huiswerk:
Werkboek vragen paragraaf 8.2
Voorbereiding op les 3:
 Doorlezen  paragrafen 8.3 en 8.4 
8.3 Methoden van observeren

Slide 18 - Tekstslide