Lezen paragraaf 6 + oefentoets

Welkom!
Startopdracht: lees uit je leesboek
Leg op tafel:
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen 
timer
10:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Startopdracht: lees uit je leesboek
Leg op tafel:
- Nieuw Nederlands boek
- Schrift en pen 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Mededelingen
Lesdoelen
Oefentoets maken
Theorie bespreken
Bespreken van de oefentoets
Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Tekstslide

Oefentoets
Maak de oefentoets in stilte!
Klaar? Numo!

timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling van de vorige lessen

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen
Onderwerp
Deelonderwerp
Alinea
Kernzin
Hoofdgedachte

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen
Informeren (informatie overbrengen)
Instrueren (een instructie geven)
Overtuigen (een mening overbrengen)

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Zinnen en alinea's hebben verband met elkaar. Door een signaalwoord weet je welk verband.

Slide 8 - Tekstslide

Opsomming
Meerdere dingen (die bij elkaar horen) worden achter elkaar genoemd.
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. Of streepjes, dots, getallen en dubbele punt.

Slide 9 - Tekstslide

Tijdsvolgorde
Dingen gebeuren in een bepaalde volgorde. Die volgorde is belangrijk.
Vroeger, later, nu, eerst daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk en intussen. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld (toelichting)
Er wordt uitleg of een voorbeeld gegeven. Je krijgt dus meer informatie.
Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
De belangrijkste informatie noem je hoofdzaken.
Deze lees je in de inleiding en het slot. Ook in de kernzinnen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken
Bijzaken zijn niet zo belangrijk.
Het zijn vaak voorbeelden of een uitleg. 

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel
1. Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in de tekst. 

Slide 14 - Tekstslide

Feit
Iets wat echt zo is. Je kunt het controleren.

Slide 15 - Tekstslide

Mening of standpunt
Een uitspraak over wat iemand vindt of denkt.
Te herkennen aan: ik vind of ik denk.

Slide 16 - Tekstslide

Argument
Een uitleg over waarom je iets vindt of denkt.
Te herkennen aan: want, omdat, namelijk en immers.

Slide 17 - Tekstslide

Feit of mening?
1. Hockey vind ik een leuke sport.
2. Dansen is leuk.
3. Mijn moeder is de leukste moeder die er is.
4. Mijn moeder is docent.

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken van de oefentoets
We bespreken de oefentoets klassikaal.
Vragen? Steek je vinger op.

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoel
1. Ik kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen in een tekst.

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les?
Wat kan er de volgende keer beter?
Wat heb ik geleerd?

Slide 21 - Tekstslide