hw: leren 10.1 en 10.2 maken van 10.1 opg 12 t/m 14 en van 10.2 maken 1 t/m 14
Slide 2 - Tekstslide
Zure, neutrale en basische oplossingen (herhaling)
Zuur: moleculaire stof die waterstofatomen (H) bevat en zuur smaakt
Zure oplossing: als een zuur oplost in water ontstaan er H+ (aq)ionen
De zuurgraad= pH waarde loopt van 0 > 7
Base:zeepachtige stof die ontvettend werkt, basen kunnen H+ ionen opnemen, veel basen zijn zouten.
Basische oplossing:als een base oplost in water kunnen de negatieve ionen in de oplossing reageren met H+ ionen in een zuur.
De zuurgraad= pH waarde loopt van 7 < 14
Een oplossing die geen H+ ionen bevat of kan opnemen is neutraal pH =7
Slide 3 - Tekstslide
screencast-o-matic.com
Slide 4 - Link
zure oplossing: pH= je meet aantalH+ ionen in oplossing
basische oplossing:pH = je meet aantal H+ ionendat wordtopgenomen
pH meten = "zuurgraad" weten (kan alleen in oplossingen )
pH 0 < 7 = zuur
pH 7>14 =basisch/zeepachtig
pH 7 = neutraal
pH 5,5 = huidneutraal : je huid is een beetje vet, vetten zijn zuur. Cosmetische producten (shampoo, crème enz ) zijn schadelijk als ze een pH hebben die veel hoger of veel lager is dan pH 5,5
Slide 5 - Tekstslide
indicatoren: tonen aan of bepaalde stof aanwezig is
Leren: Namen, notatie en toepassingen bekende zure oplossingen
Slide 12 - Tekstslide
koolzuur: een instabiel zuur
H2CO3(aq) (=koolzuur) ontstaat als koolstofdioxide oplost in water.
Omdat koolstofdioxide niet makkelijk oplost valt het zuur snel uit elkaar --> wordt dan water met prik
H2CO3(aq) <=> H2O(l) + CO2(g)
deze reactie blijft heen en weer gaan
Slide 13 - Tekstslide
les 2: 10.3 eigenschappen basen + basische oplossingen
- vragen hw - eigenschappen basen:
- uitleg notatie oplossen base + bekenden basen die je moet weten
hw: leren 10.2+10.3 en maken van 10.2 (afmaken opg 3 t/m 8, 10,12,14, )+ 15 t/m 19 maken van 10.3 opg 2,4 t/m 8,
Slide 14 - Tekstslide
basen/basische stoffen
kan H+ ionen opnemen
smaken zeepachtig (niet proeven!)
reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
kunnen vet (=zuur) verwijderen tijdens zuur base reactie -> tasten huid aan want die is lichtzuur (pH 5,5)
basische oplossingen geleiden stroom
kleuren roodlakmoes blauw (blauw blijft blauw)
Slide 15 - Tekstslide
noteren oplossen basen
de base staat een positief zoution af waardoor er een negatief basisch ion ontstaat. b.v. oplossen van natriumhydroxide in water
NaOH(s)→Na+(aq)+OH−(aq)
triviale naam samenstelling oplossing
Slide 16 - Tekstslide
Andere bekende basische oplossingen en toepassingen
die je moet kennen!
Slide 17 - Tekstslide
neutraliseren = zuur + base--> pH neutraal
er onstaat vaak water, soms water en koolstofdioxide
b.v. H+ + OH---> H2O
bij ammonia met zuur ontstaat alleen ammonium: NH3 + H+ --> NH4+(aq)
er kan veel warmte ontstaan bij een zuur-base reactie of zelfs schadelijke stoffen ontstaan b.v. chloorgas of het explosieve waterstofgas, dus nooit zomaar mengen!!
Niet mengen Neutraliseren kan gevaarlijk zijn!
Slide 18 - Tekstslide
les 1:
- vragen hw?
- herhaling eigenschappen zure, neutrale en basische oplossingen, indicatoren
hw: leren 10.1
maken van 10.1 opg 1,2,4 t/m 10
Slide 19 - Tekstslide
Regels zuur-base reactie
noteer alleen de deeltjes die meedoen aan de reactie (rest = tribune ion)
hoeveel H+kan het zuur afgeven, hoeveel H+ ionen kan base opnemen?
reactievergelijking opstellen waarbij geldt: - voor- en na de reactie is lading gelijk (meestal 0!) - voor- en na reactie van elke atoomsoort evenveel (= kloppend maken)
meestal water gevormd (soms ook koolstofdioxide of alleen ammonium) zie ook volgende slide
Slide 20 - Tekstslide
standaard zuur-base reacties
zuur
base
-->
reactieproduct(en)
H+(aq)
OH-(aq)
-->
H2O(l)
2
O2-(aq)
-->
2
CO32-(aq)
-->
+CO2(g)
NH3(aq)
-->
NH4+(aq) (=ammoniumion)
Slide 21 - Tekstslide
zure regen door luchtvervuiling
Verbranding van brandstoffen die zwavelatomen bevatten leveren zwaveldioxide (SO2(g)) in contact met waterdamp ontstaat zwavelzuur H+(aq) + SO42-(aq)
Verbrandingen met hoge temperaturen leveren stikstofoxiden (NOx = verzamelnaam voor alle stikstofoxides) in contact met water ontstaat saltpeterzuur (H+(aq) + NO3- (aq) )
-->zure regen....gevolgen op mens, milieu en gebouwen moet je kennen!.
Slide 22 - Tekstslide
Hard water (bevat veel Ca2+ ionen) bij verwarmen van hard water ontstaat CaCO3 = kalkaanslag/ketelsteen
Dit kun je verwijderen met behulp van schoonmaakazijn dan ben je
aan het "ontkalken"
Reactievergelijking van ontkalken verwarmingselement met azijn
CaCO3 + 2H+ → Ca2+ (aq) + CO2 (g) + H2O (l)
Ontkalken van een verwarmingselement
Slide 23 - Tekstslide
demonstratieproef titreren
Demonstratieproef en uitleg titreren
Slide 24 - Tekstslide
voeg een indicator toe aan de erlenmeyer waarin de te titreren stof zit (vaak fenolftaleiine)
voeg druppelsgewijs een stof met tegenovergestelde pH waarde voegen
tot er blijvend kleuromslag is
aflezen buret van boven naar onder
van de stof die getitreerd wordt moeten in de tekst nog meer gegevens staan
verhoudingstabel maken zie hiernaast
en de onbekende hoeveelheid uitrekenen
van de stof die getitreerd wordt moet bekend zijn hoeveel mg met 1 ml van de titratievloeistof reageert (in de tekst gegeven)
voeg indicator toe aan de te titreren stof
titratievloeistof (met tegenovergestelde pH) druppelen tot blijvend kleuromslag aflezen buret van boven naar beneden
met verhoudingstabel onbekende hoeveelheid uitrekenen
Er is: A =19,4 x 55= 1067 mg azijnzuur aanwezig in de erlenmeyer . Als je weet in hoeveel mL (b.v 25 mL azijn)deze hoeveelheid azijnzuur zat kun je de concentratie berekenen. concentratie azijnzuur= deel/geheel = 1067 mg/25 mL = 42,7 mg/mL