Debat les 3

Debat les 3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Debat les 3

Slide 1 - Tekstslide

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 2 - Tekstslide

Fase 2: het debat (vervolg)
Het debat wordt gehouden in vier verschillende rondes. Hier volgt een opsomming met de daarbij behorende tijd.

Opzetbeurt voorstanders 
Opzetbeurt tegenstanders 
Time out 
Verweerbeurt voorstanders 
Verweerbeurt tegenstanders 
Vrije ronde 
Time out 
Slotbeurt voorstanders 
Slotbeurt tegenstanders 

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat (herhaling)
Opzetbeurt voorstanders 
De voorstanders brengen hun beleidsvoorstel (standpunt) naar voren. In de opzetbeurt gaan de voorstanders in op de volgende zaken:
a. Beschrijven de huidige situatie aan de hand van de actualiteit,
een voorbeeld of een anekdote.
b. Deponeren de stelling.
c. Noemen de argumenten.
d. Leggen de argumenten uit. (SExI: state, explain, illustrate)



 
a. Geven aan dat ze naar de tegenstanders hebben geluisterd.
b. Noemen hun argumenten.
c. Leggen de argumenten uit.
d. Samenvatting argumenten.

Verweerbeurt voorstanders
De voorstandersmoeten nu de argumenten, die de tegenstanders naar voren hebben gebracht, weerleggen. Ook kunnen ze hun eigen argumenten nog eens goed onderbouwen.
a. Gaan in op de opbouwbeurt van de tegenstanders.
b. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
c. Spreken tegen de jury en het publiek.

Verweerbeurt tegenstanders
De tegenstanders geven een reactie op het verweer van de voorstanders.
a. Gaan in op de opbouwbeurt van de voorstanders.
b. Gaan in op de verweerbeurt van de voorstanders.
c. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
d. Spreken tegen de jury en het publiek.

Vrije Ronde
De debaters spreken in deze ronde tegen elkaar. Ze mogen elkaar vragen stellen, ingaan op
eerder genoemde argumenten, nieuwe argumenten aandragen. Er is geen gespreksleider alleen als het echt uit de hand loopt grijpt de gespreksleider in. Alle debattanten moeten aan het woord komen. Hier ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Slotbeurt tegenstanders
De tegenstanders vatten nu hun argumentatie samen en vragen de toehoorders de debatstelling af te wijzen.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (Jury zoals we al eerder hebben aangetoond/ gezegd).
e. Eindigen met een uitsmijter.





Slotbeurt tegenstanders
De voorstanders herhalen kort hun belangrijkste argumenten, waarbij ze proberen aan te tonen dat hun argumenten zwaarder wegen dan die van de tegenstanders. Ze vragen de toehoorders hun debatstelling te aanvaarden.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (U begrijpt natuurlijk ook jury dat...)
e. Eindigen met een uitsmijter

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-1)
Opzetbeurt tegenstanders 
De tegenstanders geven de tegenargumenten die ze tijdens de voorbereiding hebben gevonden en bedacht. Daarbij richten ze zich op minstens een van de vier debatvragen waar ze het niet mee eens zijn.
a. Geven aan dat ze naar de tegenstanders hebben geluisterd.
b. Noemen hun argumenten.
c. Leggen de argumenten uit.
d. Samenvatting argumenten.




b. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
c. Spreken tegen de jury en het publiek.

Verweerbeurt tegenstanders
De tegenstanders geven een reactie op het verweer van de voorstanders.
a. Gaan in op de opbouwbeurt van de voorstanders.
b. Gaan in op de verweerbeurt van de voorstanders.
c. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
d. Spreken tegen de jury en het publiek.

Vrije Ronde
De debaters spreken in deze ronde tegen elkaar. Ze mogen elkaar vragen stellen, ingaan op
eerder genoemde argumenten, nieuwe argumenten aandragen. Er is geen gespreksleider alleen als het echt uit de hand loopt grijpt de gespreksleider in. Alle debattanten moeten aan het woord komen. Hier ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Slotbeurt tegenstanders
De tegenstanders vatten nu hun argumentatie samen en vragen de toehoorders de debatstelling af te wijzen.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (Jury zoals we al eerder hebben aangetoond/ gezegd).
e. Eindigen met een uitsmijter.





Slotbeurt tegenstanders
De voorstanders herhalen kort hun belangrijkste argumenten, waarbij ze proberen aan te tonen dat hun argumenten zwaarder wegen dan die van de tegenstanders. Ze vragen de toehoorders hun debatstelling te aanvaarden.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (U begrijpt natuurlijk ook jury dat...)
e. Eindigen met een uitsmijter

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-3)
Verweerbeurt voorstanders 
De voorstandersmoeten nu de argumenten, die de tegenstanders naar voren hebben gebracht, weerleggen. Ook kunnen ze hun eigen argumenten nog eens goed onderbouwen.
a. Gaan in op de opbouwbeurt van de tegenstanders.
b. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
c. Spreken tegen de jury en het publiek.









Slotbeurt tegenstanders
De voorstanders herhalen kort hun belangrijkste argumenten, waarbij ze proberen aan te tonen dat hun argumenten zwaarder wegen dan die van de tegenstanders. Ze vragen de toehoorders hun debatstelling te aanvaarden.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (U begrijpt natuurlijk ook jury dat...)
e. Eindigen met een uitsmijter

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-4)
Verweerbeurt tegenstanders (4 minuten)
De tegenstanders geven een reactie op het verweer van de voorstanders.
a. Gaan in op de opbouwbeurt van de voorstanders.
b. Gaan in op de verweerbeurt van de voorstanders.
c. Gebruiken geen nieuwe argumenten.
d. Spreken tegen de jury en het publiek.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-5)
Eventueel: TIME OUT 
Een moment voor overleg.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-6)
Vrije Ronde
De debaters spreken in deze ronde tegen elkaar. Ze mogen elkaar vragen stellen, ingaan op
eerder genoemde argumenten, nieuwe argumenten aandragen. Er is geen gespreksleider alleen als het echt uit de hand loopt grijpt de gespreksleider in. Alle debattanten moeten aan het woord komen. Hier ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid.


Slide 9 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-7)
Slotbeurt voorstanders 
De voorstanders herhalen kort hun belangrijkste argumenten, waarbij ze proberen aan te tonen dat hun argumenten zwaarder wegen dan die van de tegenstanders. Ze vragen de toehoorders hun debatstelling te aanvaarden.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (U begrijpt natuurlijk ook jury dat...)
Eindigen met een uitsmijter

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg diverse rondes debat 
(vervolg-8)
Slotbeurt tegenstanders (2 minuten)
De tegenstanders vatten nu hun argumentatie samen en vragen de toehoorders de debatstelling af te wijzen.
a. Herhalen de stelling niet.
b. Geven een samenvatting van het debat zoals het volgens hen verlopen is.
c. Halen het zwakste argument van de tegenstander nogmaals naar voren.
d. Herhalen hun sterkste argument of geven een samenvatting van hun argumentatie. (Jury zoals we al eerder hebben aangetoond/ gezegd).
e. Eindigen met een uitsmijter.


Slide 11 - Tekstslide

Fase 2: het debat (herhaling)
Het debat wordt gehouden in vier verschillende rondes. Hier volgt een opsomming met de daarbij behorende tijd.

Opzetbeurt voorstanders 
Opzetbeurt tegenstanders 
Time out 
Verweerbeurt voorstanders 
Verweerbeurt tegenstanders 
Vrije ronde 
Time out 
Slotbeurt voorstanders 
Slotbeurt tegenstanders 

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens het debat
Denk tijdens het debat aan:
*Bijzonder taalgebruik 
*Beeldspraak 
*Stijlfiguren 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Regels in een debat
Regel 1


Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.

Slide 16 - Tekstslide


Regel 2


Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 17 - Tekstslide


Regel 3

Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 18 - Tekstslide

Fase 3: nabespreken

Slide 19 - Tekstslide

Beoordeling-1
Reflectie na het debat
Vragen voor de debattanten:
1. Hoe ging het?
2. Viel het mee of tegen?
3. Klopte jullie voorbereiding of is de tegenpartij met heel onverwachte argumenten gekomen?
4. Vond je het leuk/spannend/eng?
5. Wie denk je dat er gewonnen heeft en waarom?
 

Slide 20 - Tekstslide

Beoordeling-2
Reflectie na het debat
Vragen voor de jury:
1. Hoe overtuigend waren de teams?
2. Hebben de debattanten argumenten van de andere partij laten liggen? Welke?
3. Was het debat leuk om naar te luisteren en te kijken of was het nogal saai?
4. Waren de debattanten vlotte sprekers of haperden ze nogal eens?
5. Waren de debattanten goed te verstaan?




Slide 21 - Tekstslide

Beoordeling-3
Beoordeling presentatie en taalgebruik debattant 
  • drukt zich helder uit                                        5 4 3 2 1 drukt zich warrig uit
  • spreekt de taal van het publiek                    5 4 3 2 1 teveel boekentaal/vaktaal
  • spreekt in hele zinnen                                     5 4 3 2 1 maakt zinnen niet af
  • spreekt duidelijk                                                5 4 3 2 1 mompelt
  • spreekt in een acceptabel tempo                 5 4 3 2 1 spreekt te snel/langzaam
  • heeft een goede intonatie                              5 4 3 2 1 spreekt eentonig
  • articuleert goed                                                 5 4 3 2 1 articuleert te weinig/overdreven
  • maakt gebruik van humor                              5 4 3 2 1 maakt geen enkel grapje
  • straalt enthousiasme uit                                  5 4 3 2 1 straalt desinteresse uit
  • maakt oogcontact met de tegenstander   5 4 3 2 1 kijkt over de tegenstander heen

  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide