3.4 Hoe sterk sta je op de markt?

.
.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

.
.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§ 3.4 Hoe sterk sta je op de markt?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
§ 3.3  Productie
  1. Arbeidsproductiviteit (berekening)
  2. Productiecapaciteit
  3. Maatschappelijke opbrengsten en maatschappelijke kosten 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Meer productie per persoon
Arbeidsproductiviteit = de productie per persoon in een bepaalde tijd. Hoe meer een werknemer in een bepaalde periode kan produceren, hoe productiever hij/zij is. Als een werknemer in dezelfde tijd meer gaat produceren, dan is dit een stijging van de arbeidsproductiviteit.

Berekening arbeidsproductiviteit:







Slide 5 - Tekstslide

De arbeidsproductiviteit bereken je per persoon. De periode waarvoor je de arbeidsproductiviteit berekent, kan verschillen. Bijvoorbeeld per jaar, per week, per dag of per uur.
Voorbeeld

Jan, Osman en Klaas bezorgen samen per week 4.500 pakketjes. Ze werken alle drie, vijf dagen per week. 

De arbeidsproductiviteit per dag is?
4.500 ÷ 3 ÷ 5 = 300 pakketjes per persoon per dag.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productiecapaciteit?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

De productiecapaciteit hangt af van:
  1. het aantal mensen dat in het bedrijf werkt
  2. het aantal uren dat zij werken
  3. de kapitaalgoederen die gebruikt worden



 

Slide 8 - Tekstslide

Als alle werknemers volledig aan het werk zijn en alle kapitaalgoederen (machines) gebruikt worden, dan is je productiecapaciteit voor 100% benut.
Voordelen van productie voor iedereen: 

Maatschappelijke opbrengsten:

* consumenten meer keuze uit producten
* meer werkgelegenheid
* meer welvaart
Nadelen  van productie voor iedereen: 

 Maatschappelijke kosten:

* energieverbruik en CO2-uitstoot
* milieuvervuiling
* geluidsoverlast


Slide 9 - Tekstslide

-De productie door bedrijven levert ons allerlei voordelen op. Zo hebben consumenten meer keuze uit producten. Er ontstaat meer werkgelegenheid en daardoor meer welvaart. Dit soort positieve gevolgen van productie voor de samenleving noem je maatschappelijke opbrengsten.
Aan de andere kant zijn er ook negatieve gevolgen. Productie zorgt voor energieverbruik en CO2-uitstoot, waardoor de aarde verder opwarmt. Er kan geluidsoverlast ontstaan. Water kan vervuild raken. De negatieve gevolgen van productie voor de samenleving noem je maatschappelijke kosten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over § 3.3 ?

Huiswerk vorige week:
opdrachten blz. 82 t/m 85



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen § 3.4 
In deze les leer je:
- wat vraag en aanbod op de markt is
- hoe je het marktaandeel van een bedrijf berekent
- hoe producenten hun markaandeel proberen te vergroten
- hoe bedrijven bij hun productie rekening houden met mens en milieu

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De markt bepaalt de prijs
Bij economie is een markt vooral: alle vraag en aanbod van een product. (huizenmarkt, arbeidsmarkt, grondstoffenmarkt).

Het Aanbod = alles wat producenten te koop aanbieden.
Vraag: de hoeveelheid producten die mensen willen kopen.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag en aanbod bepalen de prijs


Als vraag en aanbod veranderen, heeft dat gevolgen voor de prijs:
-Als de vraag toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
-Als het aanbod toeneemt terwijl de vraag gelijk blijft, daalt de prijs.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen vraag & aanbod
De vraag kan veranderen door:
- Bevolkingsgroei -> vraag stijgt
- Meer werkloosheid -> vraag daalt

Het aanbod kan veranderen door:
- Tekort aan grondstoffen -> aanbod daalt
- Meer producenten -> aanbod stijgt







Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijzen in een markt worden bepaald door
A
Vraag
B
Aanbod
C
Vraag en aanbod
D
Inkoopprijzen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die hun huis te koop hebben staan, zorgen voor ....
A
Aanbod
B
Vraag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei zorgt voor ...
A
Verandering in de vraag
B
Verandering in het aanbod

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de winters warmer worden zal de prijs van gas...
A
Dalen
B
Stijgen
C
Gelijk blijven
D
Gas zal verdwijnen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een marktaandeel?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Marktaandeel
Marktaandeel = de afzet van jouw bedrijf in procenten van de totale afzet op de markt.

Berekening:


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Slide 22 - Tekstslide

65.640 ; 547.000 x 100%= 12%
Hoe een groter marktaandeel?
  1. door het inzetten van marketinginstrumenten (de 6 P’s)
  2. overname van een ander bedrijf
  3. fusie: het samengaan van bedrijven: samen vormen ze 1 nieuw bedrijf

Slide 23 - Tekstslide

prijs, product, plaats, promotie, personeel en presentatie
Een marktaandeel is:
A
Je afzet in procenten van de totale afzet op de markt. Of je omzet in procenten van de totale omzet.
B
Hoeveel afzet een onderneming heeft in een maand ten opzichte van het vorige jaar.
C
Hoeveel winst een onderneming heeft behaald in een bepaalde periode
D
Aandelen van de markt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marktaandeel bereken je door ......
A
eigen afzet : totale afzet x 100%
B
omzet totale markt/ omzet bedrijf

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vuurwerkkoning verkoopt 25.000 kg vuurwerk. In totaal wordt er 500.000 kg vuurwerk verkocht. Bereken het marktaandeel van de vuurwerkkoning.

Slide 26 - Open vraag

25.000 : 500.000 x 100% = 5%
De afzet van Apple is 3 miljoen Smartphones per jaar.
In totaal worden er wereldwijd 12 miljoen smartphones per jaar verkocht.
Wat is het marktaandeel van Apple?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verantwoord produceren
 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo): 
bedrijven houden bij hun productie rekening  met de gevolgen voor mens en milieu.

Verkopen geen producten die gemaakt zijn met kinderarbeid. Of producten die schade aan het milieu veroorzaken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken
Paragraaf 3.4
Opdrachten blz. 86 t/m 89

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Lesdoelen behaald? (vraag en aanbod, 
 marktaandeel betekenis + berekening+ hoe te vergroten &
 mens en milieu)


Huiswerk: opdrachten blz. 86 t/m 89
Vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies