Lezen 3.3 en 4.3: opfrissen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

herhaling 3.3 en 4.3 voor de toets

Signaalwoorden van reden

Waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt

omdat, namelijk want

Een reden of argument kun je in een tekst vaak herkennen aan een signaalwoord

• Aangezien
• Daarom
• Immers
• Namelijk
• Omdat
• Want

Mening en argument

Mening is wat je vindt. (het is lekker weer)

Argument is waarom je iets vindt (want de zon schijnt)

signaalwoord van conclusie

Vragen over de tekst

1. Wat is de conclusie van de tekst?
2. Aan welk signaalwoord in tekst 3 herken je de conclusie?

Beeld en opmaak (lay-out)

Beeld:

• afbeelding

Opmaak:

• verdeling tekst
• lettertype
• lettergrootte
• kleurgebruik
  

Tekstdoelen en tekstsoorten

Leertekst: Leespubliek

Een schrijver schrijft zijn tekst voor lezers. Deze lezers noem je leespubliek. Aan het onderwerp, de plaatjes en de bron kun je vaak zien voor welk leespubliek de tekst is geschreven.

Leespubliek

Leespubliek = degene die de tekst gaat lezen

(Denk aan verschil jeugdkrant en krant voor volwassenen)

Bepalen van je leespubliek:

- Kijk naar de bron.

- Wat is het onderwerp.

- Let op het taalgebruik.