Les 2 pv, samengestelde zinnen en voegwoorden

Oma gaat eerst naar de markt en daarna gaat ze op bezoek bij haar buurvrouw
Enkelvoudige of samengestelde zin?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oma gaat eerst naar de markt en daarna gaat ze op bezoek bij haar buurvrouw
Enkelvoudige of samengestelde zin?

Slide 1 - Tekstslide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Ik kom vanavond niet thuis.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 4 - Quizvraag

Het regent de hele dag en daar word ik niet blij van.
Wat zijn de persoonvormen?
A
dag + blij
B
regent + word
C
het + de
D
regent + blij

Slide 5 - Quizvraag

Het regent de hele dag en daar word ik niet blij van.
Wat is het voegwoord in deze zin?
A
en
B
daar
C
ik
D
er zit geen voegwoord in deze zin

Slide 6 - Quizvraag

Welke voegwoorden ken je?

Slide 7 - Woordweb

Let op!
Voor een voegwoord schrijf je altijd een komma,
behalve voor het voegwoord "en"

Hij gaat bij de kachel zitten, want hij is koud.
Hij is vies en hij is erg koud.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een sterk werkwoord?
A
schilderen
B
roepen

Slide 10 - Quizvraag

Sterke werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?
A
Slapen
B
Meten
C
Durven
D
Schieten

Slide 12 - Quizvraag

Zwakke werkwoorden
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:




enkelvoud
stam + -de
stam + -te
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
lustte, fietste
meervoud
stam + -den
stam + -ten
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden
lustten, fietsten

Slide 13 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd
Kofschipregel ('t ex-kofschip/'t sexy fokschaap)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide