Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordelijk gezegde leerjaar 2
Lesdoel
Na deze les kun je,..........
uitleggen wat het werkwoordelijk gezegde is en
kun je deze vinden in een zin.
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoel
Na deze les kun je,..........
uitleggen wat het werkwoordelijk gezegde is en
kun je deze vinden in een zin.
Slide 1 - Tekstslide
Het werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden uit de zin noem je het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde vertelt wat er in de zin gebeurt. Soms bestaat het maar uit 1 werkwoord, soms uit meer werkwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Oefenen
Ik wil een film gaan kijken.
Wil is persoonsvorm(pv) Wil ik een film gaan kijken?
Gaan en kijken zijn ook werkwoorden
Het werkwoordelijk gezegde is: wil gaan kijken
Slide 3 - Tekstslide
Hij zou zijn werk inleveren.
Zou is pv, Zou hij zijn werk inleveren?
inleveren is ook een werkwoord
Het werkwoordelijk gezegde is: zou inleveren
Slide 4 - Tekstslide
De speler schopte de bal en scoorde een doelpunt.
schopte is pv, schopte de speler de bal?
scoorde is ook een werkwoord
Het werkwoordelijk gezegde is schopte scoorde
Slide 5 - Tekstslide
Waar bestaat het werkwoordelijk gezegde uit?
A
alle werkwoorden
B
het onderwerp
C
de persoonsvorm
D
altijd uit 1 werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Hoe vind je de persoonsvorm uit de zin?
A
zin langer maken
B
onderwerp weglaten
C
zin vragend maken
D
andere woorden erbij halen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is in deze zin de pv?
Zij nam haar tas mee.
A
nam
B
haar
C
zij
D
tas
Slide 8 - Quizvraag
Wat is in deze zin de pv?
Hij rende hard voor de tram.
A
hard
B
rende
C
hij
D
tram
Slide 9 - Quizvraag
Wat is in deze zin de pv?
Mijn moeder belde naar school.
A
belde
B
moeder
C
mijn
D
naar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Zij wilde niet te laat komen.
A
wilde
B
te laat
C
komen
D
wilde komen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij heeft zich weer verslapen.
A
zich
B
verslapen
C
heeft verslapen
D
zich weer
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik heb die film al gezien.
A
heb
B
heb gezien
C
gezien
D
die film
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Wij hebben het nieuwe gebouw niet bekeken.
A
hebben
B
hebben bekeken
C
nieuwe gebouw
D
hebben nieuwe gebouw bekeken
Slide 14 - Quizvraag
Wat heb je deze les geleerd?
Wat kun je over het werkwoordelijk gezegde opschrijven?
Slide 15 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Werkwoordelijk gezegde leerjaar 2
September 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordelijk gezegde leerjaar 2
Juni 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordelijk gezegde leerjaar 2
September 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordelijk gezegde leerjaar 2
10 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
2A - herhaling zinsontleding
September 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
HA1 oefenen grammatica
April 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
Het werkwoordelijk gezegde B1
Februari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs