H3c bijvoeglijke bijzin

Bijvoeglijke bijzin
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen. Dat geld ook voor samengestelde zinnen en bijstellingen. Die bestaan uit meerdere delen, die aan elkaar 'geplakt' zijn door voegwoorden en leestekens. Samen vormen zij de puzzel van de zin.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijke bijzin
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen. Dat geld ook voor samengestelde zinnen en bijstellingen. Die bestaan uit meerdere delen, die aan elkaar 'geplakt' zijn door voegwoorden en leestekens. Samen vormen zij de puzzel van de zin.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les hebben jullie geoefend met het het herkennen, benoemen en maken van de bijvoeglijke bijzin                                                                                 
  • Aan het einde van deze module kunnen jullie de kenmerken van de verschillende samengestelde zinnen, bijstellingen en bijvoeglijke bijzinnen uit je hoofd benoemen, je kan ze herkennen en zelf toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • quiz om voorkennis op te halen
  • Instructie en indien nodig video's
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Om jullie voorkennis te activeren wil ik eerst een quiz doen met jullie. Niks kan fout zijn, want we hebben dit dit jaar nog niet behandeld.
Dus: No worries, aan het einde van deze module kennen jullie de stappen en kunnen jullie ze toepassen. Voor nu is alles wat je nog weet mooi meegenomen.

Slide 4 - Tekstslide

Waaruit kan een samengstelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
een of meerdere hoofdzinnen en/of een of meerdere bijzinnen

Slide 5 - Quizvraag

Welke soorten zinnen bestaan er?
A
Hoofdzinnen en bijzinnen
B
zinnen
C
Gewone zinnen en samengestelde zinnen
D
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een bijzin?

Slide 7 - Open vraag

Waaraan kun je het makkelijkst een bijzin herkennen ?
A
aan de belangrijke informatie
B
aan meerdere persoonsvormen
C
persoonsvorm staat achteraan
D
persoonsvorm staat naast onderwerp

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een denk je een bijvoeglijke bijzin?
A
het voegt iets bij
B
het zegt iets over het lijdend voorwerp
C
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord
D
het is een bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin heeft een bijvoeglijke bijzin?
A
De kinderen die daar lopen, zijn moe, omdat ze gegymd hebben.
B
Die kinderen zijn, door de gymles, moe.
C
Die kinderen daar zijn moe van het gymmen.
D
Omdat zij gegymd hebben, zijn die kinderen moe.

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin heeft een bijvoeglijke bijzin?
A
De docent, heeft weer een leerzame quiz gemaakt.
B
De docent Nederlands heeft, vandaag, weer een quiz gemaakt.
C
Een quiz is weer gemaakt door de docent die Nederlands geeft.
D
Een quiz is gemaakt door de docent, Nederlands.

Slide 11 - Quizvraag

Maak nu zelf een zin over jouw klas met daarin een bijvoeglijke bijzin.

Slide 12 - Open vraag

Wat ga je doen?
Doordat we de komende weken online les hebben, ga je zelfstandig de opdrachten maken. Dat heb je gedaan door je voorkennis op te halen, zoals we hiervoor gedaan hebben in de lessen en nu te gaan oefenen in Edition (online werkboek in ELO leermiddelen).





Slide 13 - Tekstslide

Vervolg instructie
Hieronder vind je een video met uitleg over  de biijvoeglijke bijzin
Belangrijk om goed de zinsdelen te kunnen ontleden:
  1.  waaraan je een bijzin het makkelijkst kan herkennen
  2. Waar de bijvoeglijke bijzin iets over zegt een zelfstandig naamwoord
  3. verschil kennen tussen een bijzin en een bijstelling

Als je deze onderdelen niet kent (leerwerk), dan lukt het formuleren van samengestelde zinnen niet.. Dit is heel belangrijk voor het onderdeel schrijven.


Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
Een bijzin zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Voorbeeld:
De man die daar loopt. 

Een bijzin die je kan vervangen voor een bijvoeglijk naamwoord dat voor het zelfstandig naamwoord staat =  een bijvoeglijke bijzin

Voorbeeld:
De docent, die druk is, geeft chaotisch les.
De drukke docent geeft chaotisch les.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
In de volgende twee video's gaat het over samengestelde zinnen en hoofd- en bijzinnen.
We hebben hier al lessen over gehad. Maak als je het nodig hebt notities bij de video-uitleg.

Hoofd-informatie;
Enkelvoudig: een pv. Samengesteld: twee of meerdere pv's.
Hoofdzin: onderwerp en pv naast elkaar. Bijzin: niet
Bijzin kan je vervangen door een woord.


Zie ook hand-out samengestelde zinnen!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De volgende video gaat over de bijstelling
Hoofd-informatie
  • Met de twee delen wordt hetzelfde bedoeld --> je kan de volgorde van de delen verwisselen.
  • De bijstelling noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer met andere woorden 
  • Als je een bijstelling hardop leest, hoor je een andere toonhoogte 
  • De bijstelling staat meestal tussen twee komma's, maar niet als hij aan het einde van de zin staat.
  •  De Bijst is geen zinsdeel, maar hoort bij een ander zinsdeel. Dat kan een Ond zijn, maar ook een ander zinsdeel, bijvoorbeeld Lv, Mw. of Bwb.
Voorbeeld:

    Onze docent, mevrouw Hooi, is nogal vaak druk.
    Bijstelling = mevrouw Hooi

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan het werk
Magister,  leermiddelen, Op Niveau (Nederlands), eDition:
Grammatica:

Blok 2: 2. 5, hoofdzin en bijzin EN 2.6 Bijvoeglijke bijzin (bijstelling)
Blok 5: 5.3, 1 + 2
Bijspijkeren grammatica voor extra oefenen

 

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer ga je dit maken?
Je gaat dit voor het grootste gedeelte maken tijdens het uur waarin je normaal Nederlands hebt op school, maar het kan zijn dat je meer tijd nodig hebt. 
Je maakt deze opdrachten online en ik kijk mee vanuit huis.

 Heb je meer nodig of heb je nog niet af wat je moest doen, dan is de dat huiswerk. Dat klinkt nu heel raar, want je werkt al thuis, maar je begrijpt vast wat ik bedoel ;)

Slide 22 - Tekstslide

Volgende les
De volgende lessen mag je (aankomende woensdag) zelfstandig verder werken met de opdrachten die je nog niet gedaan hebt. Aan het einde van donderdag moet alles af zijn.

Als je eerder klaar bent, oefen je nog wat op Cambiumnet (zie einde LessonUp)

Let op: bijspijkeren voor de leerlingen die te veel fouten hebben en de stof nog niet voldoende beheersen!


Slide 23 - Tekstslide


Heb je het lesdoel van het oefenen met de bijvoeglijke bijzin behaald?

Slide 24 - Open vraag


Heb je misschien het lesdoel van het herkennen, benoemen en het toepassen van alle onderdelen van samengestelde zinnen ook al behaald?

Slide 25 - Open vraag

Wat ging goed in het zelfstandig werken en wat kan de volgende keer nog een beetje beter?

Slide 26 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn of goed werken aan deze les en wat de de docent de volgende keer beter doen?

Slide 27 - Open vraag

Extra oefenen?
Om dit goed te kunnen, moet je misschien extra oefenen. Dat kan in via de link die hierna komt.
Je kan zelf bekijken welke stap je wilt oefenen.

Slide 28 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
Oefenen via Cambiumned

Slide 29 - Tekstslide

Bijstelling
Oefenen via Cambiumned

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Link