2m grammatica samengestelde zinnen en bijstellingen

Samengestelde zinnen en bijstellingen
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen. Dat geldt ook voor samengestelde zinnen en bijstellingen. Die bestaan uit meerdere delen, die aan elkaar 'geplakt' zijn door voegwoorden en/of leestekens. Samen vormen zij de puzzel van de zin.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde zinnen en bijstellingen
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen. Dat geldt ook voor samengestelde zinnen en bijstellingen. Die bestaan uit meerdere delen, die aan elkaar 'geplakt' zijn door voegwoorden en/of leestekens. Samen vormen zij de puzzel van de zin.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les hebben jullie geoefend met het het herkennen, benoemen en maken van samengestelde zinnen en bijstellingen.                                                                                    
  • Aan het einde van deze module kunnen jullie de kenmerken van de verschillende samengestelde zinnen en bijstellingen uit je hoofd benoemen, je kan ze herkennen en zelf toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • quiz om voorkennis op te halen
  • Instructie en indien nodig video's
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Om jullie voorkennis te activeren wil ik eerst een quiz doen met jullie. Niks kan fout zijn, want we hebben dit dit jaar, en sommige van jullie ook niet vorig jaar, behandeld. Een deel van de stappen hebben jullie op de basisschool al geleerd en in de brugklas en de tweede klas ook al behandeld.
Dus: No worries, aan het einde van deze module kennen jullie de stappen en kunnen jullie ze toepassen. Voor nu is alles wat je nog weet mooi meegenomen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een enkelvoudige zin?

Slide 5 - Open vraag

Waaraan herken je het makkelijkst een hoofdzin?
A
aan de belangrijke informatie
B
aan meerdere persoonsvormen
C
onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar
D
onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een samengestelde zin?
A
twee zinnen
B
iets met grammatica
C
een zin die uit twee of meer zinnen bestaat en samengevoegd wordt door een leesteken
D
een zin die uit een of meer zinnen bestaat en samengevoegd wordt met een voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Welke soorten zinnen bestaan er?
A
Hoofdzinnen en bijzinnen
B
zinnen
C
Gewone zinnen en samengestelde zinnen
D
geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Waaruit kan een samengstelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
een of meerdere hoofdzinnen en/of een of meerdere bijzinnen

Slide 9 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend
Hoofdzinnen worden aan elkaar verbonden door nevenschikkende voegwoorden: en, maar, want, dus, of (laatste kan ook onderschikkend zijn --> staan PV + O naast elkaar?
Hoofdzin: PV en O naast elkaar

Bijzinnen worden verbonden door onderschikkende voegwoorden: of + alle andere voegwoorden die niet nevenschikkend zijn.
Bijzin: PV en O niet naast elkaar

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een nevenschikkend voegwoord? Geef drie voorbeelden.

Slide 11 - Open vraag

Uit wat voor soort zinnen is deze zin opgebouwd? Waaraan zie je dat?
Elke leerling werk en leert hard, omdat ze weten waar ze het voor doen.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het makkelijkst te onthouden over de onderschikkende voegwoorden?
A
het zijn er veel
B
dat-woorden
C
alles behalve en, maar, want , dus en soms of.
D
geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Welk rijtje bestaat alleen uit onderschikkende voegwoorden?
A
omdat, daarom, maar, doordat, daardoor
B
omdat, daarom, als, daarmee, zodat,
C
omdat, daarom, als, tenzij, en
D
omdat, daarom, sinds, want, zolang

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een bijstelling?
A
een zin die iets stelt
B
een stelling
C
een bijvoeglijk bepaling, want het zegt iets over een deel van die zin
D
een bijwoordelijke bepaling, omdat het iets zegt over de zin

Slide 15 - Quizvraag

Bijstelling

  • Is onderdeel van een zinsdeel, dus geen zindeel apart.
  • Met de twee delen wordt hetzelfde bedoeld; het gaat bijvoorbeeld over hetzelfde ding, of dezelfde persoon.
  • Je kan de volgorde van de delen verwisselen.
  • Er staat geen gezegde in een bijstelling
  • De bijstelling staat meestal tussen twee komma's, maar niet als hij aan het einde van de zin staat.
  • Als je de zin met de bijstelling hardop leest, verandert je toon bij de bijstelling:
Mevrouw Hooi, de docent Nederlands, ziet jullie twee keer per week.
De twee mavo 2 klassen, m2a en m2c, die mevrouw Hooi lesgeeft, doen het erg goed.
Mevrouw Hooi heeft mavo 2 twee keer in de week, maandag en dinsdag.

Slide 16 - Tekstslide

Waaraan herken je een bijstelling?
A
je zoekt een bijvoeglijke bepaling
B
het staat achteraan de zin
C
staat altijd tussen twee leestekens, vaak de komma
D
staat bijna altijd tussen twee komma's, soms niets

Slide 17 - Quizvraag


Een bijstelling zegt dus altijd iets over het zinsdeel waar het bijhoort en staat altijd tussen twee komma's. 

Opdracht: Maak nu zelf een zin over je klas, met daarin een bijstelling

Slide 18 - Open vraag

Vervolg instructie
Hieronder vind je de video's met uitleg over alle stappen van het ontleden van de zinsdelen.
Belangrijk om goed de zinsdelen te kunnen ontleden:
  1.  Je moet de kenmerken van de samengestelde zin kennen
  2. Je moet het onderscheid kennen in de opbouw van een hoofd- en bijzin (formulering)
  3. Je moet weten wanneer een voegwoord nevenschikkend of onderschikkend is
  4. Je moet herkennen wanneer er sprake is van een bijstelling en deze ook zelf kunnen gebruiken in een zin.

Als je deze onderdelen niet kent (leerwerk), dan lukt het formuleren van samengestelde zinnen niet. Dit is heel belangrijk voor het onderdeel schrijven.

Als je dat niet nodig hebt, dan ga je door naar het blokje toepassing in deze Lesson up.

Slide 19 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
In de volgende twee video's gaat het over samengestelde zinnen en hoofd- en bijzinnen.
We hebben hier al lessen over gehad. Maak als je het nodig hebt notities bij de video-uitleg.

Hoofd-informatie;
  • Enkelvoudig: een pv.          Samengesteld: twee of meerdere pv's.
  • Hoofdzin: onderwerp en pv naast elkaar.             Bijzin: niet
  • Bijzin kan je vervangen door een woord.


Zie ook hand-out samengestelde zinnen!

Slide 20 - Tekstslide

Nevenschikkend of onderschikkend
Hoofdzinnen worden aan elkaar verbonden door nevenschikkende voegwoorden: en, maar, want, dus, of (laatste kan ook onderschikkend zijn --> staan PV + O naast elkaar?
Hoofdzin: PV en O naast elkaar

Bijzinnen worden verbonden door onderschikkende voegwoorden: of + alle andere voegwoorden die niet nevenschikkend zijn.
Bijzin: PV en O niet naast elkaar

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Bijstelling

  • Is onderdeel van een zinsdeel, dus geen zindeel apart.
  • Met de twee delen wordt hetzelfde bedoeld; het gaat bijvoorbeeld over hetzelfde ding, of dezelfde persoon.
  • Je kan de volgorde van de delen verwisselen.
  • Er staat geen gezegde in een bijstelling
  • De bijstelling staat meestal tussen twee komma's, maar niet als hij aan het einde van de zin staat.
  • Als je de zin met de bijstelling hardop leest, verandert je toon bij de bijstelling:
Mevrouw Hooi, de docent Nederlands, ziet jullie twee keer per week.
De twee mavo 2 klassen, m2a en m2c, die mevrouw Hooi lesgeeft, doen het erg goed.
Mevrouw Hooi heeft mavo 2 twee keer in de week, maandag en dinsdag.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video


Heb je het lesdoel van het oefenen met samengestelde zinnen en de bijstelling behaald?

Slide 25 - Open vraag


Heb je misschien het lesdoel van het uit je hoofd kunnen opnoemen, herkennen en het toepassen van samengestelde zinnen en bijstellingen ook al behaald?

Slide 26 - Open vraag

Wat ging goed in het zelfstandig werken en wat kan de volgende keer nog een beetje beter?

Slide 27 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn of goed werken aan deze les en wat ik de. volgende keer beter?

Slide 28 - Open vraag

Extra oefenen?
Om dit goed te kunnen, moet je misschien extra oefenen. Dat kan in via de link die hierna komt.
Je kan zelf bekijken welke stap je wilt oefenen.

Slide 29 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Oefenen via Cambiumned

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Bijstelling
Oefenen via Cambiumned

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link