NN1 Blok 3 H5 Woordenschat: een bekend woorddeel zoeken deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Ik zit klaar voor de les:

• Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  
• Mijn telefoon en oortjes zitten in mijn tas.
  
• Mijn jas hangt aan de kapstok.
  
• Ik heb geen pet of capuchon op.
  
• Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
  

NN1 H5 Woordenschat: 

een bekend woorddeel: deel 1

Terugblik:

Waarover ging het de vorige keer?

Deze les:

• Huiswerk nakijken
• Instructie
• Eerst samen
• Daarna zelfstandig aan de slag

Lesdoel:

Ik weet wat onbekende woorden betekenen doordat ik opzoek ga naar een bekend woorddeel.

Ik ken de woorden en uitdrukkingen uit dit hoofdstuk

Instructiefilm over een bekend woorddeel zoeken:

Linkje

Een bekend woorddeel zoeken:

Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord. 

Dat kan bij:

1.   woorden die zijn samengesteld uit twee woorden. 

Bijvoorbeeld: prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging. 

Prijsverhoging betekent dus dat de prijs omhooggaat.

2.   woorden met een voorvoegsel. 
on- = niet, zonder. Onverkoopbaar betekent dus: niet verkoopbaar.
her- = opnieuw, nog een keer. Hergebruiken betekent dus: nog een keer gebruiken.

3.   woorden met een achtervoegsel.
-loos = zonder. Smakeloos betekent dus: zonder smaak.
-vol = met veel. Smaakvol betekent dus: met veel smaak

Vul de betekenis van het woord in HOOFDLETTERS in:

De verlichting in het winkelcentrum is SFEERVOL.

Vul de betekenis van het woord in HOOFDLETTERS in:

Jongeren zijn een interessante DOELGROEP voor reclamemakers.

Vul de betekenis van het woord in HOOFDLETTERS in:

De HERINRICHTING van mijn slaapkamer was een hele klus.

Lees de tekst 'Kat in de zak gekocht?' op bladzijde 129 van je Nederlandse boek.

Een impuls is een ‘opwelling’, je doet iets zonder eerst na te denken.
Wat is een impulsaankoop? (al. 1)

Wat betekent het woord ‘onnodig’ in alinea 3?

Wat betekent het woord ‘miskoop’ in alinea 3?

Wat betekent het woord ‘rotgevoel’ in alinea 3?

Wat betekent 'ging er al iets knagen' in alinea 3?

1. had je honger
2. kreeg je een vervelend gevoel
3. begon je te twijfelen

In alinea 3 staat het woord ‘retourtermijn’.
Stel, je kent wel het woord ‘termijn’ (periode), maar niet het woord ‘retour’.
In het woordenboek vind je: retour = terug naar de afzender of naar de plaats van vertrek.
Wat betekent nu ‘retourtermijn’?

Maak van 'hopeloze' (al. 3) een tegenstelling door een ander achtervoegsel te gebruiken:

Maak van 'waardevol' (al. 3) een tegenstelling door een ander achtervoegsel te gebruiken:

In alinea 4 staat 'dat je er eerst drie nachtjes over slaapt'.
'Er een nachtje over slapen' is een uitdrukking.
Wat bedoelt de schrijver hiermee?

1. zorgen dat je uitgerust bent.
2. Niet meteen een beslissing nemen.
3. pas beslissen als je minimaal 10 uur hebt geslapen.
4. iemand om raad vragen

Welk synoniem voor 'aanschaf' (al. 4) staat in de tekst?

1. aanwinst
2. inkoop
3. aankoop
4. boodschap

Leg de figuurlijke betekenis uit van de titel
'Kat in de zak gekocht?'

1. Een kat kopen.
2. Je kans pakken
3. Als je extra voorzorgsmaatregelen wilt nemen.
4. Een miskoop doen.

Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.

ondertussen

betaalde

voorbijgegaan

beseffen, beginnen te weten

verstreken

inmiddels

je realiseren

afrekende

Verbind de woorden uit de tekst met de juiste betekenis.

gebruikt

toestand

kopen

doet

aanschaffen

toepast

begaat

situatie

Vul de juiste vorm van het woord in: 'aanschaffen'

Sara heeft na lang sparen een nieuw skateboard ...

Vul de juiste vorm van het woord in: 'realiseren'
Ik heb me niet ... dat pootje-over bij schaatsen zo lastig is.

Vul de juiste vorm van het woord in: 'situatie'

Er bestaan ... waarbij je door de grond wilt zakken.

Vul de juiste vorm van het woord in: 'afrekenen'

Heb jij de boodschappen al ...?

Vul de juiste vorm van het woord in: 'toepassen'

Ik vraag me af of ik deze formule goed heb ...

Wat past in de zin?:

In een ... ben ik gisteravond alleen naar het zwembad gegaan.

1. aanschaffen
2. impuls
3. begaat
4. toepast

Wat past in de zin?:

Voordat mijn moeder een auto ..., maakt zij altijd een proefrit.

1. aanschaft
2. waardevol
3. begaat
4. toepast

Wat past in de zin?:

Wil je me waarschuwen voordat ik weer een domme actie ...?

1. inmiddels
2. waardevol
3. bega
4. toepast

Wat past in de zin?:

De uitverkoop is ... afgelopen, de nieuwe voorjaarscollectie hangt in de winkels.

1. inmiddels
2. waardevol
3. een kat in een zak kopen
4. toepast

Wat past in de zin?:

Mijn vader leert het ook nooit, hij heeft weer een ...

1. inmiddels
2. waardevol
3. kat in een zak gekocht
4. toepast

Wat past in de zin?:

De tip die jij mij gaf over dat goedkope abonnement is zeer ...!

1. inmiddels
2. waardevol
3. kat in een zak gekocht
4. toepast

Evaluatie:

1. Wat was het lesdoel?
2. Hoe ging het vandaag?
3. Wat is het huiswerk:

Huiswerk:

Maken opdrachten 1 t/m 4 (128-129)