Verdeling van welvaart en ontwikkelingsgraad in de wereld

Verdeling van welvaart en ontwikkelingsgraad in de wereld
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verdeling van welvaart en ontwikkelingsgraad in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les: ken je factoren die de verdeling van welvaart in de wereld verklaren, ken je nadelen van het bnp/hoofd als maatstaf om welvaart te meten, weet je hoe het wereldbeeld eruit ziet voor bepaalde economische kenmerken, weet je welke indicatoren gebruikt kunnen worden om landen te vergelijken en te groeperen, begrijp je het verband tussen economische patronen op de wereldkaart, begrijp je de beperkingen van kenmerken op nationaal niveau voor gebruik op een lager schaalniveau en kun je landen die verschillen in ontwikkelingsgraad op sommige terreinen met elkaar vergelijken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide toont de leerdoelen van de les. Bespreek deze leerdoelen kort met de studenten en leg uit waarom het belangrijk is om deze doelen te bereiken.
Wat weet je al over de verdeling van welvaart in de wereld?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Factoren die de verdeling van welvaart verklaren
Natuurlijke hulpbronnen, technologie, politieke stabiliteit, onderwijsniveau, cultuur en demografie zijn factoren die de verdeling van welvaart in de wereld verklaren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat deze factoren betekenen en hoe ze de verdeling van welvaart in de wereld beïnvloeden. Gebruik voorbeelden om deze factoren duidelijk te maken.
Nadelen van het bnp/hoofd als maatstaf voor welvaart
Het bnp/hoofd meet alleen de economische prestaties van een land en houdt geen rekening met sociale en ecologische factoren. Het kan ook de ongelijkheid tussen mensen en regio's binnen een land verbergen.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de beperkingen van het bnp/hoofd als maatstaf voor welvaart. Bespreek hoe deze beperkingen de werkelijke welvaart van een land kunnen verhullen.
Wereldbeeld op basis van economische kenmerken
Het wereldbeeld op basis van economische kenmerken toont een duidelijke verdeling van de welvaart. De rijkste landen bevinden zich voornamelijk in Noord-Amerika, Europa en Azië, terwijl de armste landen zich bevinden in Afrika en delen van Azië en Zuid-Amerika.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf het wereldbeeld op basis van economische kenmerken en bespreek waarom deze verdeling van welvaart bestaat. Gebruik voorbeelden om dit te verduidelijken.
Indicatoren voor het vergelijken van landen
Indicatoren voor het vergelijken van landen zijn onder meer het bbp/hoofd, de levensverwachting, het analfabetisme, de toegang tot schoon drinkwater en de inkomensongelijkheid.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende indicatoren die gebruikt kunnen worden om landen te vergelijken en waarom deze indicatoren nuttig zijn. Bespreek ook de beperkingen van deze indicatoren.
Economische patronen op de wereldkaart
Economische patronen op de wereldkaart tonen clusters van landen met vergelijkbare economische kenmerken. Deze patronen kunnen helpen bij het begrijpen van de sociale en politieke geschiedenis van een regio.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de economische patronen die te zien zijn op de wereldkaart en bespreek waarom deze patronen bestaan. Gebruik voorbeelden om dit te verduidelijken.
Beperkingen van kenmerken op nationaal niveau
Kenmerken op nationaal niveau, zoals het bnp/hoofd, kunnen beperkt zijn bij gebruik op een lager schaalniveau. Het kan bijvoorbeeld de ongelijkheid tussen regio's en groepen binnen een land verhullen.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de beperkingen van kenmerken op nationaal niveau bij gebruik op een lager schaalniveau en bespreek waarom deze beperkingen bestaan. Gebruik voorbeelden om dit te verduidelijken.
Vergelijken van landen met verschillende ontwikkelingsgraden
Landen met verschillende ontwikkelingsgraden kunnen worden vergeleken op basis van indicatoren zoals het bbp/hoofd, de levensverwachting, het analfabetisme, de toegang tot schoon drinkwater en de inkomensongelijkheid.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf hoe landen met verschillende ontwikkelingsgraden kunnen worden vergeleken en waarom het belangrijk is om dit te doen. Bespreek ook de beperkingen van deze vergelijkingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.