2K/M Artikel schrijven (T14)

Hoe schrijf je een (aantrekkelijk) artikel?
In leerjaar 2 sluit je periode 1 af met het schrijven van een artikel als summatieve toets.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe schrijf je een (aantrekkelijk) artikel?
In leerjaar 2 sluit je periode 1 af met het schrijven van een artikel als summatieve toets.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Leerdoel: Je weet hoe je moet zorgen voor de juiste opbouw van een artikel en aantrekkelijk te schrijven.
Je leert daarvoor hoe je stapsgewijs tot een goed artikel komt. 
Door middel van bijv. een woordspin kom je tot te beschrijven onderdelen. Onderdelen die met elkaar te maken hebben, vormen samen een deelonderwerp. Elk deelonderwerp vormt een alinea. Zo weet je in jouw tekst duidelijk hoofdzaken en bijzaken te scheiden en maak je gebruik van kernzinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kernzin?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het schrijven van een artikel?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een artikel?
Een artikel is een tekst die informatie, meningen of nieuws over een bepaald onderwerp presenteert.
Voorbeelden van artikelen zijn: 
- een krantenbericht 
- een informatief bericht in een tijdschrift

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een artikel
Een artikel heeft een inleiding, kern en slot
In de inleiding wordt het onderwerp gepresenteerd en geef je de aanleiding waarom het artikel geschreven is. De kern bevat de belangrijkste informatie en het slot rondt het artikel af.
De kern bestaat uit verschillende alinea's met een eigen deelonderwerp.
Boven het artikel staat altijd een titel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantrekkelijk schrijven
Aantrekkelijk schrijven betekent het gebruik van levendige taal, interessante feiten en het afstemmen van de tekst op de lezer.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Inleiding
Schrijf een inleiding voor een artikel over jouw favoriete hobby. In de inleiding geef je aan wat het onderwerp is van de tekst en eventueel een paar hoofdzaken die je in de rest van het artikel gaat behandelen. 

De inleiding bestaat uit minimaal 4 zinnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Kern van het artikel
Schrijf de hoofdzaken op die je in de rest van het artikel wilt behandelen. 
Je schrijft minimaal 5 hoofdzaken in volledige zinnen op.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: Slot van het artikel
Bedenk hoe je jouw artikel het beste zou kunnen afsluiten. 
Sluit je af met een samenvatting, een leuke uitsmijter of wens voor de lezer?
Schrijf in drie zinnen jouw slot op.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalgebruik en feiten
Levendig taalgebruik en het gebruik van interessante feiten om de lezer te boeien.

Wat is levendig taalgebruik volgens jou?
Welke interessante feiten zou jij kunnen vertellen over jouw hobby?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Opbouw artikel
Levendig schrijven
Interessante feiten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.