Lezen H3: Inleiding, slot en hoofdgedachte

Welkom!
Afspraken voor de lessen:

  • Camera is aan, microfoon is uit  > mic  is alleen aan als je de beurt krijgt.
  • Gebruik de chat alleen voor lesinhoud
  • Je spullen (boek, schrift met huiswerk, pen)  liggen klaar
  • Vragen stellen kan op momenten die ik aangeef
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Afspraken voor de lessen:

  • Camera is aan, microfoon is uit  > mic  is alleen aan als je de beurt krijgt.
  • Gebruik de chat alleen voor lesinhoud
  • Je spullen (boek, schrift met huiswerk, pen)  liggen klaar
  • Vragen stellen kan op momenten die ik aangeef

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Verder met H3 Lezen: Inleiding, slot en hoofgedachte

- Je kunt de kenmerken van een inleiding, slot en hoofdgedachte benoemen
- Je kunt de inleiding, slot en hoofdgedachte van een tekst herkennen en duiden.


Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom en absenties (5 min)
- Kennis inleiding, slot en hoofdgedachte opfrissen (10 min)
- Huiswerk nakijken (10 min)
- Afsluiting en vooruitblik (3 min)

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma B8
- Welkom en absenties (5 min)
- Huiswerk nakijken (10 min)
- Eindejaars-Kahoot 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
- inleiding
- slot
- hoofdgedachte

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind je niet in een inleiding?
a. een anekdote = persoonlijk, vermakelijk verhaaltje ( een vinger)
b. een vraag of vragen die de lezer nieuwsgierig maken (twee vingers)
c. een kennismaking met het onderwerp(drie vingers)
d. een aankondiging van de deelonderwerpen (vier vingers)

Slide 6 - Tekstslide

Waar vind je de hoofdgedachte van de tekst meestal?
a. inleiding ( een vinger)
b. inleiding of slot (twee vingers)
c. slot (drie vingers)
d. middenstuk (vier vingers)

Slide 7 - Tekstslide

Elke tekst heeft een inleiding en een slot.
a. Waar (één vinger)
b. Niet waar (twee vingers)

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken + bespreken opdrachten
Opdracht 2 over 'Trouwen voor een dag'  heb je gemaakt.
We lezen de tekst samen en bespreken de belangrijkste vragen.
Verbeter het gemaakte werk!

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken en huiswerk
Aan de slag nu met opdracht 4 blz. 76/77


Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt de kenmerken van een inleiding, slot en hoofdgedachte benoemen
- Je kunt de inleiding, slot en hoofdgedachte van een tekst herkennen en duiden.


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4
2 Hij stelt vragen waarop je als lezer antwoord wilt hebben. 
3 a geestelijke (al. 3): iemand in dienst van de kerk 
b legende (al. 3): verhaal over een heilige waarin wonderen voorkomen 
c duur komen te staan (al. 3): ervoor moeten boeten 
d openlijk (al. 4): niet geheim 
e uiten (al. 4): zeggen of laten blijken wat je denkt of voelt 
f emigranten (al. 4): mensen die verhuizen naar een ander land 
g commercie (al. 4): handel (om geld te verdienen) 
h ingeburgerd (al. 5): aangepast aan een nieuwe omgeving 

  

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg opdracht 4
4 Met ongehuwde mannen had hij de grootste kans op een sterk leger en dat had hij nodig om zijn rijk te beschermen.  
Let op: In de eerste druk staat abusievelijk ‘Hoe’ in plaats van ‘ongehuwde’.  
5 dat hij liefde belangrijker vond dan de wet  
6 naar het gebruik om niet openlijk je liefde aan iemand te uiten  

Slide 13 - Tekstslide

vervolg opdracht 4
7  tijdstip/jaartal gebeurtenis 
derde eeuw (268, 269 of 270)  op 14 februari wordt Valentijn (een Italiaanse bisschop of priester) gemarteld en vermoord 
vijfde eeuw paus Gelasius I verklaart 14 februari tot gedenkdag voor de heilige Valentijn 
middeleeuwen Valentijnsdag wordt vooral in Frankrijk en Engeland gevierd 
zeventiende eeuw Engelse emigranten brengen Valentijnsdag naar Amerika 
1969 Sint Valentijn wordt van de heiligenkalender afgevoerd 
eind twintigste eeuw Valentijnsdag wordt ook in de rest van Europa gevierd, inclusief Nederland 

Slide 14 - Tekstslide

Vervolg opdracht 4
8 Het slot van de tekst bestaat uit alinea 6. – toelichting: In die alinea wordt kort samengevat wat er in de rest van de tekst staat (herkenbaar aan het signaalwoord ‘dus’). Met alinea 5 wordt (het tweede deel van) het middenstuk van de tekst afgesloten, het deel dat gaat over de plaatsen waar Valentijnsdag gevierd werd/wordt. 
9 C Valentijnsdag is waarschijnlijk genoemd naar een katholieke geestelijke en wordt in ons land nog maar kort gevierd. 

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 16 - Tekstslide

Startopdracht
We gaan twee keer bijna dezelfde teksten lezen. Denk tijdens het lezen na welke tekst prettiger leest en waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Zo maak je een game 
Er is een idee voor een game. De tekenaars maken figuren die bij het spel passen. Je ziet een klein beetje hoe de game eruit gaat zien. Er wordt een kartonnen bordspel van de game gemaakt. De programmeurs en de geluidstechnici gaan aan de slag. De testers komen aan de beurt. Zij spelen alle levels wel honderd keer om zelfs de kleinste foutjes te ontdekken.

Slide 18 - Tekstslide

Zo maak je een game
Het begint met een idee voor een game. Eerst maken de tekenaars figuren die bij het spel passen. Zo zie je een klein beetje hoe de game eruit gaat zien. Daarna wordt er een kartonnen bordspel van de game gemaakt. Vervolgens gaan de programmeurs en de geluidstechnici aan de slag. Als laatste komen de testers aan de beurt. Zij spelen alle levels wel honderd keer om zelfs de kleinste foutjes te ontdekken.

Slide 19 - Tekstslide

Chronologisch verband: zet gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde
Opsommend verband: dingen achter elkaar opnoemen
Tegenstellend verband: tegenovergestelde zaken worden genoemd.
Toelichtend verband: extra informatie

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: maak opdracht 1, 2 en 4 (blz. 103 - 106)
Hoe: individueel (je mag op fluistertoon iets vragen)
Klaar of een vraag: steek je vinger op!

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Zijn de lesdoelen bereikt?
- Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 
- Je kunt chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen.
Hoe ging het?
Huiswerk voor donderdag 5 december: maak opdracht 1, 2 en 4
Huiswerk voor dinsDAG 3 december: kom voorbereid (plan voor trailer) 
TRAILER INLEVEREN DINSDAG 10 DECEMBER

Slide 22 - Tekstslide